Paus Franciscus - 4 april 2018
De werkelijke aanwezigheid van Christus in het gewijde Brood eindigt niet met de Mis. Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1374 De Eucharistie wordt in het tabernakel bewaard voor de ziekencommunie en voor de stille aanbidding van de Heer in het Allerheiligste Sacrament. De eucharistische eredienst buiten de Mis – privé of in gemeenschap - helpt ons in Christus te blijven. Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1378-1380
De vruchten van de Mis zijn er dus op gericht te rijpen in het dagelijkse leven. We kunnen, met enige overdrijving, zeggen: de Mis is de graankorrel die in het gewone leven groeit en rijpt in de goede werken, in de gedragingen die ons op Jezus doen gelijken. De vruchten van de Mis zijn er dus op gericht te rijpen in het dagelijkse leven. De Eucharistie vernieuwt, door onze eenheid met Christus te doen groeien, de genade die de Geest ons in het Doopsel en in het Vormsel heeft geschonken zodat ons christelijk getuigenis geloofwaardig zou zijn. Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1391-1392
Wat doet de Eucharistie, naast het ontsteken van de goddelijke liefde in onze harten, verder nog? Ze verwijdert ons van de zonde. “Hoe meer wij deel hebben aan het leven van Christus en voortgang maken in onze vriendschap met Hem, hoe moeilijker het ons valt met Hem te breken door de doodzonde”. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1395
Regelmatig deelnemen aan de Eucharistie vernieuwt, versterkt en verdiept onze band met de christelijke gemeenschap waartoe we behoren, volgens het beginsel: de Eucharistie brengt de Kerk tot stand Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1396, en verenigt allen.
Tot slot, deelnemen aan de Eucharistie is een engagement tegenover de anderen, speciaal tegenover de armen. Zij leert ons overstappen van het vlees van Christus naar het vlees van de broeders waarin Hij verwacht door ons te worden herkend, gediend, geëerd en bemind. Vgl. Catechismus-Compendium, Catechismus van de Katholieke Kerk (15 aug 1997), 1397