Robertus Kard. Sarah - 22 maart 2018
Ingevolge de Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Laetitiae plena
Invoering van de gedachtenis ‘Maria, Moeder van de Kerk’ in de Romeinse kalender
(11 februari 2018), welke door iedereen al dit jaar op de maandag ná Pinksteren gevierd moet worden, lijkt het opportuun om de volgende aanwijzingen te geven.
De rubriek in het Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Missale Romanum
Editio typica tertio emendata 2002/2008 (6 oktober 2008) geeft na de formulieren voor de Mis van Pinksteren, “waar de gelovigen verplicht of naar gewoonte op maandag na Pinksteren naar de Eucharistieviering komen kan het Misformulier van Pinksteren opnieuw genomen worden of de Votiefmis van de Heilige Geest mag gelezen worden.” Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Editio typica tertio emendata 2002/2008, Missale Romanum (6 okt 2008). p. 448, is nog steeds van kracht, omdat zij geen uitzondering vormt op de voorrang tussen liturgische dagen, waarvan de celebratie uitsluitend door de Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Tabellen voor liturgische dagen (21 januari 1981) geregeld wordt. Vgl. Congregatie voor de Riten, Algemene normen voor het liturgisch jaar en de algemene Romeinse kalender, Normae universalis de Anno liturgico et de Calendarium Romanum (21 mrt 1969), 59 Op dezelfde wijze zijn de normen geregeld voor Votiefmissen: “Votiefmissen zijn in principe verboden op de dagen waarop een Verplichte Gedachtenis valt, op een weekdag in de Advent tot en met 16 december, op een weekdag tijdens de Kersttijd vanaf 2 januari, of op een weekdag in de Paastijd ná het Octaaf van Pasen. Echter, om pastorale redenen, zoals vastgesteld door de rector van een kerk of de priestercelebrant zelf, mag een geschikte overeenkomstige Votiefmis gebruikt worden bij de viering van de Mis met volk” Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Editio typica tertio emendata 2002/2008, Missale Romanum (6 okt 2008). p. 1156 Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Algemeen Statuut van het Romeins Missaal - Editio typica tertio 2002 / emendata 2008, Institutio Generalis Missalis Romani (18 mrt 2002), 376
Echter bij Gedachtenissen van gelijke rang dient de verplichte Gedachtenis van Maria, Moeder van de Kerk genomen te worden. De teksten daarvan, met de aangegeven lezingen, gevoegd bij het Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Laetitiae plena
Invoering van de gedachtenis ‘Maria, Moeder van de Kerk’ in de Romeinse kalender
(11 februari 2018), moeten als eigen teksten beschouwd te worden, omdat zij het geheim van het spirituele Moederschap belichten. In een volgende editie van het Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Ordo Lectionum Missae
Ordening voor de lezingen van de Mis - Editio typica altera
(21 januari 1981) zal in de rubriek van Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Ordo Lectionum Missae
Ordening voor de lezingen van de Mis - Editio typica altera
(21 januari 1981) uitdrukkelijk aangewezen worden, dat de lezingen eigen teksten zijn en, hoewel het een Gedachtenis betreft, in plaats van de lezingen van de dag gebruikt moeten worden. Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Ordening voor de lezingen van de Mis - Editio typica altera, Ordo Lectionum Missae (21 jan 1981), 83
In het geval deze Gedachtenis zou samenvallen met een andere Gedachtenis dienen de principes van de Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten
Ordo Lectionum Missae
Ordening voor de lezingen van de Mis - Editio typica altera
(21 januari 1981) gevolgd te worden. Vgl. Congregatie voor de Eredienst en de Sacramenten, Tabellen voor liturgische dagen (21 jan 1981), 60 Omdat de gedachtenis aan de Heilige Maagd Maria, Moeder van de Kerk, met Pinksteren verbonden is, zoals de gedachtenis van het Onbevlekt Hart van Maria verbonden is aan de viering van het Allerheiligst Hart van Jezus, komt, in het geval waar het samenvalt met een andere heilige of zalige, en volgens de liturgische traditie van voorrang tussen personen, de gedachtenis van de Heilige Maagd de voorrang toe.
Vanuit de Congregatie voor de Goddelijke Eredienst en de Discipline van de Sacramenten, 24 maart 2018
Robert Kardinaal Sarah,
Prefect
Arthur Roche
Aartsbisschop
Secretaris