Pietro Kard. Parolin - 27 februari 2018
Excellentie,
In naam van de Heilige Vader Paus Franciscus en in mijn persoonlijke naam, richt ik mijn hartelijke groeten zowel tot de organisatoren als aan de deelnemers van het congres over palliatieve zorgen. Het gaat om kwesties die de laatste ogenblikken van ons aardse leven betreffen en de mens in een grenssituatie plaatsen die onoverkomelijk lijkt voor de vrijheid en soms opstandigheid en angst verwekt. Daarom probeert men er in de huidige samenleving op talrijke manieren aan te ontkomen en ze te vermijden, en laat men na te luisteren naar een aanwijzing uit de psalm 90 (89), 12: “Leer ons onze dagen naar waarde te schatten en zo te komen tot wijsheid van hart”. (Ps. 90, 12) Zo beroven wij ons van de rijkdom die juist in eindigheid verborgen ligt en van een gelegenheid om een levenswijze te ontplooien die op persoonlijk en sociaal vlak zinvoller is.
Palliatieve zorgen daarentegen, geven niet toe aan deze afwijzing van de wijsheid die in eindigheid besloten ligt, en dit is een andere reden die wijst op het belang van dit onderwerp. Zij wijzen namelijk op een herontdekking van de diepste roeping van de geneeskunde, die er vooral één is van zorg dragen: het is haar taak altijd zorg te dragen, ook al is het niet altijd mogelijk te genezen. Zeker, de geneeskunde baseert zich op een onvermoeibaar engagement om nieuwe kennis te verwerven en een steeds groter aantal ziekten te bestrijden. Maar palliatieve zorgen getuigen binnen de hospitaalpraktijk van het bewustzijn dat een grenssituatie niet alleen moet bestreden en overstegen worden, maar dat zij ook dient erkend en aanvaard te worden. En dat betekent niet de zieken aan hun lot over te laten, doch integendeel hen nabij te zijn en te begeleiden in de moeilijke beproeving die zich op het einde van het leven manifesteert.
Wanneer alle mogelijkheden van het “doen” uitgeput lijken, komt juist dan het belangrijkste aspect van menselijke relaties aan het licht, dat van het “zijn”: aanwezig zijn, nabij zijn, opvangen. Dat houdt ook in dat men deelt in de onmacht van degene die het uiterste punt van zijn leven bereikt heeft. Dan kan de grenssituatie van betekenis veranderen: niet meer een plaats van scheiding en eenzaamheid, maar een gelegenheid voor ontmoeting en gemeenschap. De dood zelf wordt in een symbolische horizont geplaatst waarbij zij niet zozeer verschijnt als het einde waarvoor het leven breekt en bezwijkt, maar eerder als de vervulling van een bestaan dat gratis ontvangen en met liefde gedeeld werd.
De logica van de verzorging herinnert namelijk aan deze dimensie van onderlinge afhankelijkheid in de liefde, die inderdaad bijzonder aan het licht komt bij ziekte en lijden, vooral bij het levenseinde, maar feitelijk loopt zij doorheen alle menselijke relaties en is zij er zelfs de meest specifieke eigenheid van. “Uw enige schuld blijve de onderlinge liefde. Wie zijn naaste bemint, heeft de wet vervuld” (Rom. 13, 8): zo luidt de aansporing en troost van de Apostel. Dan lijkt het redelijk een brug te slaan tussen de zorgen die men sinds het begin van het leven gekregen heeft en die iemand tot volle ontplooiing lieten komen en de zorgen die op een verantwoorde manier aan anderen gegeven worden, generaties lang, zodanig dat heel de mensenfamilie omvat wordt.
Het is op deze weg dat de vonk kan ontspringen, die de ervaring van een liefdevol delen van het leven tot aan het mysterieuze vertrek, verbindt met de Evangelieverkondiging die iedereen ziet als kinderen van dezelfde Vader en die in iedereen Zijn onschendbaar beeld erkent. Deze kostbare band verdedigt een menselijke en theologale waardigheid die niet ophoudt, zelfs niet bij het verlies van de gezondheid, sociale rol en controle over het eigen lichaam. Het is dan dat palliatieve zorgen hun waarde tonen, niet alleen voor de uitoefening van de geneeskunde – ook wanneer zij doeltreffend werkt en soms opzienbarende genezingen bewerkt, zodat men niet die grondhouding zou vergeten die aan de oorsprong van iedere zorgrelatie ligt – maar ook meer algemeen voor heel het menselijk samenleven.
Uw programma van deze dagen belicht goed de veelheid aan dimensies die bij de beoefening van palliatieve zorgen op het spel staan. Een taak die vele wetenschappelijke en organisatorische, relationele en communicatieve competenties mobiliseert, met inbegrip van spirituele begeleiding en gebed. Naast de verschillende professionele figuren, is op deze weg ook de familie belangrijk. Zij bekleedt een unieke rol als de plaats waar de solidariteit tussen de generaties een constitutief element is van het leven en waar onderlinge hulp ook ervaren wordt in momenten van lijden en ziekte. Het is precies daarom dat het familiaal netwerk, hoe kwetsbaar en afgebrokkeld het in de huidige wereld ook moge lijken, toch steeds een fundamenteel element is in de eindfase van het leven. Wij kunnen op dit punt zeker veel leren van culturen waar de familieband, zelfs in moeilijke momenten, sterk gewaardeerd wordt.
Een zeer actueel thema voor palliatieve zorgen is dat van de pijntherapie. Reeds Paus Pius XII had ze duidelijk legitiem verklaard, door haar te onderscheiden van euthanasie: namelijk het toedienen van pijnstillende middelen om onverdraaglijke pijnen te verlichten die anders niet kunnen behandeld worden, ook als zij in de fase van de nakende dood, oorzaak zouden zijn van een verkorting van het leven. Vgl. Paus Pius XII, Toespraak, Over drie godsdienstig zedelijke vraagstukken inzake anesthesie naar aanleiding van het Negende Nationaal Congres van de "Società Italiana di Anestesiologia", Le IXe Congres National - Over de anesthesie (25 feb 1957) Vandaag, na vele jaren van onderzoek, is de verkorting van het leven niet langer een frequent neveneffect, maar wordt de vraag zelf opgeheven door nieuwe farmaceutische producten die inwerken op de bewustheidstoestand en die verschillende vormen van verdoving mogelijk maken. Het ethisch criterium verandert niet maar het gebruik van deze procedures vereist altijd grote zorgzaamheid en voorzichtigheid bij de onderscheiding. Zij zijn voor de zieken, de naastbestaanden en het verzorgend personeel namelijk heel lastig: met verdoving, vooral wanneer zij langdurig en intensief is, wordt de relationele en communicatieve dimensie geannuleerd, die wij in de begeleiding door palliatieve zorgen cruciaal achten. Verdoving is dus altijd gedeeltelijk onvoldoende, zodat zij moet beschouwd worden als een extreme remedie na een onderzoek en zorgvuldige verduidelijking van de indicaties.
De complexiteit en het delicate aspect van deze thema’s van de palliatieve zorgverlening vereisen een aanhoudende reflectie en de verspreiding van de praktijk, zodat ze toegankelijker wordt: een plicht waar gelovigen steun kunnen vinden bij vele mensen van goede wil. En het is van betekenis dat u met dit perspectief, vertegenwoordigers van verschillende godsdiensten en culturen kan ontmoeten, zodat het engagement verdiept en gedeeld wordt. Ook in de opleiding van professionelen in de gezondheidssector, van wie verantwoordelijkheid in de openbare sector dragen en in heel de samenleving, is het belangrijk dat deze inspanningen samen geleverd worden.
Met de aanbeveling om voor zijn ambt te bidden, geeft de Heilige Vader u Excellentie, en u allen die aan het congres deelneemt, van harte de apostolische zegen. Hierbij sluit ik mij aan met mijn persoonlijke wensen en meest oprechte gevoelens.
Vanuit het Vaticaan, 27 februari 2018
Pietro Kardinaal Parolin
Staatssecretaris