SESSIO XIV - DOCTRINA DE SACRAMENTO POENITENTIAE14e Zitting - De leer over het Sacrament van de Biecht
(Soort document: Concilie van Trente)
25 november 1551
Als de dankbaarheid tegenover God in alle hergeborenen zo was geweest, dat de ontvangen gerechtigheid in het doopsel door Zijn weldaad en genade, volhardend behouden was geweest, was het niet nodig geweest om een ander sacrament in te stellen, dan de Doop zelf, ter vergeving van de zonden.
Canon 2
Omdat echter "God, die rijk is aan barmhartigheid" (Ef. 2, 4) "ons als zijn maaksel kent" (Ps. 102, 14) heeft Hij ons, die nadat wij ons hadden overgeleverd aan de knechtschap van de zonde en de macht van de Duivel, het heilsmiddel ten leven geven, te weten, het sacrament van de Biecht, waardoor wij, nadat wij na het Doopsel gevallen zijn, de weldaad van Christus' dood toegewend worden.
Inderdaad, de zaak (
res) en het effect (
effectus) van dit sacrament, in zoverre zijn
kracht en de
werkzaamheid, is de verzoening met God, welke gewoonlijk somtijds bij godsvruchtige mensen, die dit sacrament vol aandacht ontvangen, vrede, en kalmte van het geweten, verbonden met een sterke troost van de geest, tot gevolg heeft.