
25 november 1551
Wat het onvolkomen berouw betreft Canon 5, dat attritio wordt genoemd, omdat het in het algemeen oftewel onder het aspect van de schandelijkheid van de zonde, oftewel uit vrees voor de hel en voor de straffen wordt ontvangen, verklaart zij dat, als zij verbonden is met de hoop op vergeving, het de mens niet tot hypocriet, of noch meer tot zondaar maakt, Vgl. Paus Leo X, Bul, Over de dwalingen van Martin Luther, Exsurge Domine (15 juni 1520), 6. DS 1456 maar dat het een geschenk van God is en een aanzet van de Heilige Geest, alhoewel deze niet inwoont, maar meer de Beweger is, met welke de biechteling een weg baant tot gerechtigheid.
En hoewel het op zich de zondaar zonder het sacrament van de Biecht niet tot rechtvaardiging kan leiden, kan het hem toch bereid maken voor de genade van God in het sacrament van de Biecht. Door de vrees, nuttig, door elkaar geschud, deden, door de angstaanjagende prediking van Jona de inwoners van Ninivé, boete en verwierven zij van de Heer de barmhartigheid. Vgl. Jon. 3 .
Daarom beledigen bepaalde lieden ten onrechte katholieke schrijvers, alsof zij zouden overleveren, dat het sacrament van de Biecht de genade zou bewerken, zonder de goede aanstoot (motu) van diegene die haar ontvangen, wat de Kerk van God nooit heeft geleerd of geloofd. Maar ook leren deze bepaalde lieden, ten onrechte, dat het berouw afgeperst en gedwongen is, niet vrij en vrijwillig. Canon 5