11 oktober 1551
Op de eerste plaats leert de heilige Synode en verklaard zij openlijk en in alle eenvoud: dat in het zegenrijke sacrament van de heilige Eucharistie, na de consecratie van brood en wijn, onze Heer Jezus Christus, waarlijk God, en waarlijk mens, werkelijk (realiter) en wezenlijk (substantialiter) Canon 1 onder de gedaanten (sub specie) van deze zintuigelijke dingen bevat wordt (contineri).
Het is niet tegenstrijdig dat onze Verlosser zelf, volgens de wijze van zijn natuurlijk bestaan, dat Hij altijd in de hemel aan de rechter zijde van de Vader zit, en dat Hij desalniettemin in zijn wezen (sua substantia) op sacramentele wijze bij ons op vele andere plaatsen aanwezig is, op een zijnswijze, die wij nauwelijks met woorden kunnen uitdrukken. Dit is mogelijk, omdat Hij God is Vgl. Mt. 19, 26 Vgl. Lc. 18, 27 , en dit kunnen wij, denkend, verlicht door het geloof, verwerven en moeten wij met standvastigheid geloven.