Paus Benedictus XVI - 13 mei 2007
“De Heilige Geest en wij.” Dat is de Kerk: Wij, de gelovige gemeenschap, het volk Gods met zijn herders, die geroepen zijn de mensen op hun weg te leiden; samen met de Heilige Geest, de Geest van de Vader, gezonden in de Naam van de Zoon Jezus, de Geest van Hem die ‘groter’ is dan allen en ons is geschonken door Christus, die zich voor ons ‘klein’ heeft gemaakt. Geest – ‘Parakleet’, ‘Advocatus’, dat wil zeggen Helper, Verdediger en Trooster. Hij laat ons leven in Gods aanwezigheid, door te luisteren naar zijn Woord, vrij van verwarring en vrees, met in het hart de vrede die Jezus ons nagelaten heeft en die de wereld niet kan geven. Vgl. Joh. 14, 26-27 De Geest begeleidt de Kerk op de lange weg die tussen de eerste en de tweede komst van Christus ligt: “Ik ga heen, maar Ik keer tot u terug” (Joh. 14, 28), zei Jezus tot de apostelen. Tussen het ‘heengaan’ en het ‘terugkeren’ van Christus ligt de tijd van de Kerk, die zijn Lichaam is; dat zijn de tweeduizend jaar die tot nu toe voorbij gegaan zijn; dat zijn ook de ruim vijfhonderd jaar dat de Kerk in Amerika op pelgrimstocht is, het leven van Christus in de gelovigen verbreidt door de sacramenten en in deze landen het goede zaad van het evangelie uitstrooit, waar het dertigvoudig, zestigvoudig en honderdvoudig vrucht oplevert. Tijd van de Kerk, tijd van de Geest: Hij is de Meester die de leerlingen vormt. Hij ontsteekt in hen de liefde tot Jezus. Hij voedt hen op tot luisteren naar zijn Woord, tot aanschouwen van zijn gelaat. Hij maakt hen gelijkvormig aan Jezus’ mensheid, die ‘zalig’ genoemd wordt: arm van geest, treurend, zachtmoedig, hongerend naar gerechtigheid, barmhartig, rein van hart, vredestichter, vervolgd omwille van de gerechtigheid. Vgl. Mt. 5, 3-10 Zo wordt Jezus door het werk van de Heilige Geest de ‘weg’ waarop de leerling verder gaat. “Als iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhouden”, zegt Jezus aan het begin van de evangelielezing van vandaag. “Het woord dat gij hoort, is niet van Mij, maar van de Vader die Mij gezonden heeft” (Joh. 14, 23-24). Zoals Jezus de woorden van de Vader doorgeeft, zo herinnert de heilige Geest de Kerk aan de woorden van Christus. Vgl. Joh. 14, 26 En zoals de liefde tot de Vader Jezus ertoe bracht de wil van de Vader als zijn spijs te beschouwen, zo toont zich onze liefde voor Jezus in de gehoorzaamheid aan zijn woorden. Jezus’ trouw aan de wil van de Vader kan zich meedelen aan de leerlingen dankzij de heilige Geest, die de liefde van God in hun hart uitstort. Vgl. Rom. 5, 5