Paus Franciscus - 21 december 2017
Dierbare broeders en zusters,
Ik heb de uitdrukking “diaconaal primaat” gebruikt en de beelden van het lichaam, de zintuigen en antennes, om duidelijk te maken dat het om die plaatsen te bereiken waar de Geest tot de Kerken spreekt (dat betekent geschiedenis) en om het doel van ons werk te bereiken (salus animarum), noodzakelijk, zelfs onontbeerlijk is, dat we werk maken van het onderscheiden van de tekenen der tijden Vgl. Lc. 1, 54-59 Vgl. Mt. 16, 1-4 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 11. “ Het volk Gods leeft in het vaste geloof, dat het geleid wordt door de Geest van de Heer, die het heelal vervult. Daarom tracht het in de gebeurtenissen, behoeften en verlangens, die het deelt met de andere mensen van onze tijd, te onderscheiden, wat daarin de echte tekenen zijn van Gods aanwezigheid of Gods plan. Het geloof immers doet alles zien in een nieuw licht en openbaart ons Gods bedoeling aangaande de roeping van de mens in heel haar volheid, en wijst ons zo de weg naar oplossingen, die volledig menselijk zijn.”, van verbondenheid in dienstbaarheid, van naastenliefde in waarheid, gehoorzaamheid aan de H. Geest en van vertrouwensvolle gehoorzaamheid aan Oversten.
Wellicht is het nuttig hier op te merken dat de namen van de verschillende Dicasterieën en Ambten van de Romeinse Curie precies die werkelijkheden aanduiden, die zij geroepen zijn te bevorderen. Bij nadere overdenking is hun werk van fundamenteel belang voor de gehele Kerk, en naar mijn mening voor de gehele wereld.
Aangezien het werk van de Curie behoorlijk omvangrijk is, wil ik me nu beperken tot een algemene bespreking van de Curie ad extra, namelijk die basale, selecte aspecten van waaruit in de nabije toekomst gemakkelijk de andere werkzaamheden van de Curie uiteengezet en onderzocht kunnen worden.
Op dit terrein is een fundamentele rol weggelegd voor Vaticaanse diplomatie in haar oprechte en voortdurende streven om van de Heilige Stoel een bruggenbouwer, een brenger van vrede en dialoog tussen de landen te maken. Als diplomatie ten dienste van de mensheid en van de menselijke persoon, met uitgestrekte hand en open deur, spant zij zich in te luisteren, te begrijpen, te helpen, te ondersteunen en snel en met respect te interveniëren in elke situatie, teneinde de afstanden te verkleinen en vertrouwen op te bouwen. Haar enige belang is vrij te blijven van alle wereldlijk en materieel eigenbelang.
De Heilige Stoel is op die manier aanwezig op het wereldtoneel om samen te werken met alle volken en landen van goede wil. Zij spant zich in het belang te herbevestigen van de bescherming van ons “gemeenschappelijk huis” tegen alle destructieve vormen van egoïsme, te verkondigen dat oorlogen slechts leiden tot dood en verderf, om uit het verleden de lessen te trekken die nodig zijn om ons te helpen beter in het heden te leven, en om een stevige en betrouwbare toekomst te bouwen voor toekomstige generaties.
Ontmoetingen met Staatshoofden, en met diverse delegaties, gevoegd bij de Apostolische reizen, vormen haar instrument en haar doel.
Om die reden is de Paus Franciscus - Brief
Oprichting derde afdeling bij het Staatssecretariaat
Aan Kard. Parolin (18 oktober 2017). Het is bedoeld de zorg en betrokkenheid van de Paus en van de leidinggevenden van het Staatssecretariaat te tonen bij het diplomatieke personeel en bij de mannen en vrouwen werkzaam in de Nuntiatuur, zowel religieuzen als leken. De Derde Afdeling zal zich bezighouden met kwesties met betrekking tot personen die in de diplomatieke dienst van de Heilige Stoel werken of zich daarop voorbereiden, in nauwe samenwerking met de Afdeling Algemene Zaken en de Afdeling voor Betrekkingen met Staten. Vgl. Paus Franciscus, Brief, Aan Kard. Parolin, Oprichting derde afdeling bij het Staatssecretariaat (18 okt 2017) Vgl. Raad voor de Openbare Aangelegenheden - Staatssecretariaat, Mededeling van het Staatssecretariaat (21 nov 2017)
Deze specifieke betrokkenheid is gebaseerd op de dubbele dimensie die de diensten uitgevoerd door het diplomatieke personeel kenmerkt: als pastores en als diplomaten in dienst van de particuliere Kerken en van de landen waar zij werken.
De verhouding tussen de Curie en de Diocesen en Eparchieën is van het grootste belang. In de Romeinse Curie vinden zij alle hulp en ondersteuning die ze nodig hebben. Deze verhouding is gebaseerd op samenwerking en vertrouwen, nooit op superioriteit of conflict. De basis voor deze verhouding wordt uiteengezet in het Conciliair Decreet over het herderlijk ambt van de Bisschoppen, waarin uitvoerig wordt uitgelegd dat het werk van de Curie wordt uitgevoerd “voor het welzijn van de Kerken en ten dienste van de heilige pastores”. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het herderlijk ambt van de bisschoppen in de Kerk, Christus Dominus (28 okt 1965), 9
De Romeinse Curie heeft bijgevolg als referentiepunt niet alleen de Bisschop van Rome, aan wie zij haar gezag ontleent, maar ook de particuliere Kerken en hun Pastores over de hele wereld voor wier welzijn zij functioneert en handelt.
Tijdens de eerste van deze jaarlijkse ontmoetingen sprak ik over dit kenmerk van “dienstbaarheid aan de Paus en de Bisschoppen aan de universele Kerk, aan de particuliere Kerken en aan de gehele wereld”. Ik legde uit dat “men in de Romeinse Curie deze dubbele dimensie van de Kerk leert kennen - op een speciale manier “ademt men die in” - waarbij het universele en het particuliere elkaar wederzijds doordringen”. Verder zei ik: “Ik denk dat dit een van de mooiste ervaringen is van wie in Rome woont en werkt” Paus Franciscus, Toespraak, Bij gelegenheid van de uitwisseling van de Kerstwensen met leden van de Romeinse Curie - Sala Clementina, Professionaliteit, nederigheid en broederlijke liefde (21 dec 2013), 3 Vgl. H. Paus Paulus VI, Homilie, Sint Pietersbasiliek, Tijdens de H. Mis uit dankbaarheid bij de 80e verjaardag van de Paus (16 okt 1977). “Ik heb van Rome gehouden, en heb voortdurend geprobeerd haar bovenaardse mysterie te overdenken en te begrijpen, uiteraard zonder in staat te zijn erin door te dringen en het volledig te ervaren. Toch heb ik altijd heel graag willen begrijpen, en nog steeds, hoe en waarom ‘Christus een Romein is’ (DANTE ALIGHIERI, De Goddelijke Komedie, Purg. XXXII, 201)...Of het “besef een Romein te zijn” samenhangt met het geboren en getogen zijn in deze voorbestemde stad, of met een lang verblijf hier, of met het ervaren van haar gastvrijheid, dat besef, dat “Romeinse bewustzijn” heeft de kracht om hen die in staat zijn het op te nemen, een gevoel van universeel humanisme te schenken”(Insegnamenti di Paolo VI, XV (1977), 1957).
De bezoeken ad Limina Apostolorum zijn in deze zin een zeer goede gelegenheid voor ontmoeting, dialoog en wederzijdse verrijking. Wanneer ik de Bisschoppen ontmoet gaat mijn voorkeur uit naar een open en oprecht gesprek dat privé blijft en verder gaat dan de formaliteiten van het protocol en de gebruikelijke uitwisseling van toespraken en aanbevelingen. Dialoog tussen Bisschoppen en de diverse Dicasterieën is ook belangrijk. In de loop van de ad Limina bezoeken die dit jaar zijn hervat na het Jubileumjaar, vertelden de Bisschoppen me dat zij goed ontvangen en gehoord waren door alle Dicasterieën. Dat maakt me erg blij, en ik dank de hier aanwezige hoofden van Dicasterieën.
Sta me toe, op dit specifieke moment in de geschiedenis van de Kerk, de aandacht te vestigen op de komende Vijftiende Algemene Gewone Vergadering van de Bisschoppensynode, die als thema heeft Jongeren, geloof en de onderscheiding van de roeping. Het oproepen van de Curie, de bisschoppen en de gehele Kerk om speciale aandacht aan jongeren te geven betekent niet dat alleen naar hen gekeken wordt. Het betekent ook dat er gefocust wordt op een kritisch thema om verhoudingen en urgente kwesties met elkaar te combineren, zoals verhoudingen tussen de generaties, het gezin, pastoraal werk, sociaal leven, etc.
In de inleiding van het voorbereidingsdocument wordt dit duidelijk: “De Kerk heeft besloten zichzelf aan een onderzoek te onderwerpen om te bepalen hoe ze jongeren kan begeleiden om de roep tot volheid van leven en liefde te herkennen en te aanvaarden en jongeren te vragen haar te helpen de meest effectieve manieren te onderkennen om het Goede Nieuws vandaag de dag te verkondigen. Door te luisteren naar jongeren zal de Kerk weer de Heer horen spreken in de wereld van vandaag. Zoals in de dagen van Samuel Vgl. 1 Sam. 3, 1-21 en Jeremia Vgl. Jer. 1, 4-10 weten jongeren de tekenen van onze tijd te onderscheiden, aangegeven door de Geest. Door te luisteren naar hun idealen kan de Kerk een glimp opvangen van de wereld die voor ons ligt en de wegen die de Kerk geroepen is te volgen”. Bisschoppensynodes, Instrumentum laboris voor de Synode 2018, Jongeren, geloof en de onderscheiding van de roeping (19 juni 2018). Inleiding
De eenheid en verbondenheid die leidend zijn in de verhouding tussen de Kerk van Rome en de Oosterse Kerken laten een concreet voorbeeld zien van de rijkdom aan diversiteit van de gehele Kerk. Trouw aan hun eigen 2000 jaar oude tradities en in ecclesiastica communio ervaren en realiseren zij het priesterlijk gebed van Jezus. Vgl. Joh. 17 Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, De Kerk in het Midden-Oosten - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode over het Midden-Oosten, Ecclesia in Medio Oriente (14 sept 2012), 40. Aan de ene kant wordt de eenheid die reageert op de gave van de Geest natuurlijk en volledig uitgedrukt in “onverbrekelijk verbond met de Bisschop van Rome” Paus Benedictus XVI, Postsynodale Apostolische Exhortatie, De Kerk in het Midden-Oosten - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode over het Midden-Oosten, Ecclesia in Medio Oriente (14 sept 2012), 40. Anderzijds, omdat we zijn opgenomen in de gemeenschap van het gehele Lichaam van Christus zijn we bewust van onze plicht om de eenheid en solidariteit te versterken binnen de diverse Patriarchale Synodes zelf, en “de noodzaak te erkennen om met elkaar te overleggen in zaken die van groot belang zijn voor de Kerk alvorens tot gezamenlijke collegiale actie over te gaan”
Tijdens mijn laatste ontmoeting met de Patriarchen en Hoofden van de Oosterse Kerken sprak ik in dit verband over het diaconaal primaat en benadrukte tevens het belang van verder onderzoek en beoordeling van de gevoelige kwestie van de verkiezing van nieuwe bisschoppen en Eparchen. Aan de ene kant moet dit overeenkomen met de autonomie van de Oosterse Kerken, en tegelijkertijd met hun geest van evangelische verantwoordelijkheid en het verlangen voortdurend hun eenheid met de Katholieke Kerk te versterken. “Alles moet worden gedaan met grondige toepassing van die authentieke synodale praktijk die het kenmerk is van de Oosterse Kerken”. Paus Franciscus, Toespraak, Sala del Concistoro, Ontmoeting met de Patriarchen en Hogere Aartsbisschoppen van de Oosterse Katholieke Kerken (21 nov 2013) De verkiezing van elke bisschop moet een weerspiegeling en een versterking zijn van eenheid en verbondenheid tussen de Opvolger van Petrus en het gehele college van Bisschoppen. H. Paus Paulus VI, Homilie, Sint Pietersbasiliek, Tijdens de H. Mis uit dankbaarheid bij de 80e verjaardag van de Paus (16 okt 1977)
De verhouding tussen Rome en het Oosten is er een van wederzijdse spirituele en liturgische verrijking. De Kerk van Rome zou zelfs niet waarlijk Katholiek zijn zonder de onschatbare rijkdom van de Oosterse Kerken en de heroïsche getuigenis ontberen van zovele van onze Oosterse broeders en zusters die de Kerk zuiveren door het martelaarschap te aanvaarden en hun leven te offeren om Christus niet te verloochenen. Paus Franciscus, Toespraak, Sala del Concistoro, Ontmoeting met de Patriarchen en Hogere Aartsbisschoppen van de Oosterse Katholieke Kerken (21 nov 2013). “We zien dat grote aantallen van onze christelijke broeders en zusters van de Oosterse Kerken dramatische vervolgingen en een steeds zorgwekkender diaspora ondergaan” Paus Franciscus, Homilie, Basiliek Santa Maria Maggiore, Bij gelegenheid van het Honderdjarig bestaan van de Congregatie voor de Oosterse Kerken en van het Pauselijk Oosters Instituut (12 okt 2017). “Niemand kan zijn ogen sluiten voor deze situatie”
Er zijn ook onderwerpen waarbij de Katholieke Kerk speciaal betrokken is, met name na het Tweede Vaticaans Concilie. Eén daarvan is de Christelijke Eenheid, die een noodzakelijke vereiste is van ons geloof, een vereiste die voortkomt uit de diepte van ons geloof in Jezus Christus. Vgl. Paus Franciscus, Toespraak, Sala Clementina, Tot de Plenaire Vergadering van de Pauselijke Raad voor de Bevordering van Christelijke Eenheid (10 nov 2016) Het betekent een “reis”, maar, zoals ook door mijn voorgangers vastgesteld, een onomkeerbare reis en niet een teruggang . “Eenheid wordt al gaande gemaakt, om ons eraan te herinneren dat als we samen optrekken, dat wil zeggen als we elkaar als broeders ontmoeten, als we samen bidden en samenwerken in de verkondiging van het Evangelie en in de dienstbaarheid aan de minsten, we al verenigd zijn. Alle theologische en ecclesiologische verschillen die Christenen nog steeds verdelen, zullen alleen langs deze weg worden overwonnen, hoewel we vandaag niet weten hoe en wanneer [dat zal gebeuren], maar dat het zal gebeuren overeenkomstig hetgeen de Heilige Geest aanbeveelt voor het welzijn van de Kerk.” Paus Franciscus, Toespraak, Sala Clementina, Tot de Plenaire Vergadering van de Pauselijke Raad voor de Bevordering van Christelijke Eenheid (10 nov 2016)
Het werk van de Curie op dit gebied is gericht op het stimuleren van ontmoetingen met onze broeders en zusters, het ontwarren van de knopen van misverstand en vijandigheid, en optreden tegen vooroordelen en de angst voor de ander, die ons stuk voor stuk hebben weerhouden van de rijkdom aan diversiteit en de diepte van het Mysterie van Christus en van de Kerk. Want dat mysterie is altijd groter dan enig menselijk woord kan uitdrukken.
De ontmoetingen tussen Pausen, Patriarchen en Hoofden van de diverse Kerken en Gemeenschappen hebben me altijd vervuld van vreugde en dankbaarheid.
Mijn ontmoetingen met religieuze leiders tijdens de verschillende Apostolische bezoeken en hier in het Vaticaan, zijn hier een concreet bewijs van.