Paus Franciscus - 27 september 2017
Sint Vincentius heeft dat gerealiseerd tijdens zijn leven en hij spreekt nog vandaag tot ieder van ons en tot ons, als Kerk. Zijn getuigenis nodigt ons uit om altijd op weg te zijn, klaar om ons te laten verrassen door de blik van de Heer en door zijn Woord. Hij vraagt ons de armoede van het hart, een totale beschikbaarheid en een volgzame nederigheid. Hij zet ons aan tot broederlijke gemeenschap tussen ons en tot de moedige zending in de wereld. Hij vraagt ons om ons los te maken van gecompliceerde taal, van navelstaarderij, gericht op onszelf en gehechtheid aan materiële zaken die ons onmiddellijk kunnen verdoven maar die ons niet de vrede van God geven en die dikwijls zelfs een obstakel zijn voor de zending. Hij wekt ons op om te investeren in de creativiteit van de liefde, met de authenticiteit van een “hart dat ziet”. Vgl. Paus Benedictus XVI, Encycliek, God is Liefde, Deus Caritas Est (25 dec 2005), 31 In feite stelt de naastenliefde zich niet tevreden met goede gewoontes vanuit het verleden maar weet het heden om te vormen. En dat is vandaag des te meer nodig, in de veranderende complexiteit van onze geglobaliseerde samenleving waar sommige vormen van aalmoezen en hulp, alhoewel ze gerechtvaardigd zijn door grootmoedige voornemens, het gevaar lopen om vormen van uitbuiting en onwettigheid te voeden en geen werkelijke en duurzame vooruitgang voortbrengen. Om deze reden zijn de onderrichtingen die komen van Sint Vincentius actueel: de naastenliefde bedenken, de nabijheid organiseren en investeren in de vorming. Maar zijn voorbeeld moedigt ons tegelijkertijd aan om ruimte en tijd te geven aan de armen, aan de nieuwe armen van onze tijd, aan teveel armen van deze tijd, hun gedachten en hun moeilijkheden de onze te maken. Het christendom dat geen contact heeft met diegene die lijdt, wordt een niet geïncarneerd christendom, dat niet in staat is het lichaam van Christus aan te raken. De armen ontmoeten, de armen verkiezen, een stem geven aan de armen opdat hun aanwezigheid niet herleid zou worden tot de stilte door de cultuur van het vluchtige. Ik hoop vurig dat de viering van de Werelddag voor de Armen op 19 november ons zal helpen in onze “roeping om Jezus de arme te volgen”, die “steeds meer en beter een concreet teken van naastenliefde wordt voor deze laatsten die het meest in nood zijn” en door te reageren “op de wegwerp- en verspillingscultuur” Paus Franciscus, Boodschap, 1e Werelddag voor de armen, Laten wij niet liefhebben met woorden maar met daden (13 juni 2017), 6