Jozef Kardinaal Höffner, Aartsbisschop van Keulen - 18 januari 1987
"Dient elkander door de Liefde" (Gal. 5, 13)
Alleen de liefde heeft de kracht om vorm te geven aan het huwelijk. Nu bestaat er bijna geen enkel woord dat zoiets verhevens en heiligs en tevens zoiets laags en gemeens kan betekenen als het eenvoudige woordje 'liefde'. Er bestaat een zogenaamde liefde die misbruik maakt van een andere mens en tot seksuele horigheid dwingt. Volgens Thomas van Aquino houdt op deze manier de leeuw ook van het hert, namelijk 'omdat dat een prooi voor hem is'. H. Thomas van Aquino, Summa Theologiae. II, II, 141. 4 ' Echte liefde vindt haar diepste grond in God. Omdat "God de liefde is" (1 Joh. 4, 8) is ook het evenbeeld van God, de mens, een liefhebbend wezen, en de meeste mensen ervaren dit geheim bijzonder diep en bevredigend in de echtelijke liefde, die 'in de volste zin van het woord menselijke liefde is, dat wil zeggen tegelijk zinnelijke en geestelijke liefde. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Het menselijk leven en geboorteregelingen, Humanae Vitae (25 juli 1968), 9
Ze is veel meer dan enkel 'een erotische aantrekking' of een van het humeur afhankelijke toegenegenheid, die komt en brandt en dooft. Tegenwoordig is voor veel jongeren de 'liefde' niet veel meer dan een ongelouterd soort betovering (gefascineerd zijn). Hun ogen zijn door een egoïstische toegenegenheid 'vastgehouden', zodat ze niet beseffen door welke krachten ze gedreven worden. Zich laten meeslepen is niet hetzelfde als echtelijke liefde. Bij de huwelijkssluiting vraagt de priester niet: 'Wordt u meegesleept?', maar: 'Bent u hiernaartoe gekomen om na rijp beraad uit vrije wil de verbintenis van het huwelijk aan te gaan?'
In Duitsland wonen drie miljoen meestal jonge mensen - enige statistieken spreken van zes miljoen - ongehuwd samen, hetgeen door de publieke opinie steeds meer als normaal wordt gezien. In twaalf universiteitssteden is recentelijk een onderzoek ingesteld naar het seksuele leven van de mannelijke en vrouwelijke studenten. Het bleek dat 86% van de mannelijke en 91% van de vrouwelijke min of meer regelmatig geslachtsgemeenschap hebben, en wel de helft van de studenten met verscheidene, sommige met tien of twintig wisselende partners.Ulrich Clement, Sexualitat im sozialen Wandel. Stuttgart 1986. Vgl. ook Werner Ross, Der Tod der Erotiek. Versuch einer Bilanz der sexuellen Revolution. Graz - Wenen - Keuien 1986, en Christa Meves, Plädoyer for das Schamgefühl und weitere aktuelle Beiträge. Vellmar - Kassel 1985