• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Zij, die waarlijk door de zonde, de ontvangen genade der rechtvaardiging hebben verloren, kunnen wederom gerechtvaardigd worden Canon 29 wanneer zij er voor zouden zorgen, aangespoord door God, door het sacrament van de biecht, en door de verdienste van Christus, om de verloren genade terug te winnen. Deze wijze van rechtvaardiging is namelijk de oprichting van de gevallenen, die de heilige Vaderen passend de "tweede reddingsplank na de schipbreuk van de verloren gegane genade" Tertullianus, De Paenitentia. 4,2 Vgl. Tertullianus, De Paenitentia. 12,9: De duabus humanae salutis plancis" ("De twee planken van menselijk heil": CpChL 1 (1954) 326 10; 34035f / FlP 10,14 28 / PL 1,1343B 1360A) Vgl. H. Hieronymus, Epistolarium. 84 aan Pammachius en Oceanus, Kap. 6 (CSEL 55,1285f / PL 22,748) Vgl. H. Hieronymus, Epistolarium. 130 aan Demetriades, Kap. 9 (CSEL 56,1894f / PL 22,1115), van daar opgenomen in Gratianus, Decretum, p. II, cs. 33, q. 3, c. 72 (Frdb 1,1179) en in Petrus Lombardus, Sententiae, l. IV, dist. 14, c. 1-2 (Specilegium Bonaventur. 5 (Grottaferrata 1981) 315-318) Vgl. H. Hieronymus, In Isaiam. (3,8-9) II (M. Adriaen: CpChL 73 (1963) 5121f / PL 24 (1865) 66C) Vgl. Pacianus van Barcelona, Brieven, Epistolae. 1 aan Sempronianus (c.q. Sympromannus), Kap. 5 (PL 13,1056A) Vgl. Pseudo Ambrosius (Nicetas van Remesiana), De lapsu virginis consecratae. 8, n. 38 (PL 16 (1866) 395B) genoemd hebben. Want voor hen die na het doopsel in zonden zijn vervallen, heeft Christus het Sacrament van de Biecht ingesteld, toen Hij zei: "Ontvangt de heilige Geest, wier zonden gij vergeeft, hun zijn zij vergeven, en wie gij niet vergeeft hun zijn ze niet vergeven." (Joh. 20, 22)

Daarom moet onderwezen worden, dat de boetedoening van de christenen, na in zonde te zijn gevallen, totaal anders is als bij de doop, en dat het bij haar niet alleen om het wegnemen van de zonde en de afschuw voor haar, of "een rouwmoedig en nederig hart" (Ps. 50, 19) gaat, maar veel meer om de sacramentele belijdenis door hen, tenminste als wens het ter gegevener tijd te ontvangen, de vrijspraak door de priester alsook de genoegdoening door vasten, het geven van aalmoezen, gebeden en andere vrome oefeningen voor het geestelijk leven.

Deze komen niet in de plaats van de eeuwige straffen, welke door het sacrament of het verlangen naar het sacrament tezamen met de schuld worden vergeven, maar in plaats van de tijdelijke straffen Canon 30 welke, zo leert het de heilige Schrift, aan hen, niet altijd geheel, zoals in het doopsel geschiedt, vergeven wordt, hen namelijk die ondankbaar zijn ten opzichte van de genade Gods, welke zij ontvangen hebben, de heilige Geest bedroeven Vgl. Ef. 4, 30 , en er niet voor terugschrikken om ook de tempel van God geweld aan te doen. Vgl. 1 Kor. 3, 17

Over deze boetedoening staat geschreven: "Wees indachtig, waaruit gij gevallen zijt , doet boete en verricht de eerste werken" (Hand. 2, 5) En wederom, "dat wat volgens God droefheid is, bewerkt boetedoening tot een standvastig heil" (2 Kor. 7, 10). En vervolgens: "Doet boete" (Mt. 3, 2)(Mt. 4, 17) en "brengt waardige vruchten van boetedoening voort." (Mt. 3, 8)(Lc. 3, 8)

Document

Naam: SESSIO VI - DECRETUM DE IUSTIFICATIONE
6e Zitting - Decreet over de rechtvaardiging
Soort: Concilie van Trente
Datum: 13 januari 1547
Copyrights: © 2005, Stg. InterKerk, Wassenaar
Werkvertaling vanuit het Latijn
Bewerkt: 1 september 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2025, Stg. InterKerk, Schiedam, test