De doeloorzaak, de eer van God en Christus, alsook het eeuwig leven.
De werkoorzaak, werkelijke de barmhartige God, die om niet reinigt en heiligt Vgl. 1 Kor. 6, 11 , die bezegelt en zalft Vgl. 2 Kor. 1, 21v , door de belofte van de Heilige Geest, die het onderpand van onze erfenis is. (Ef. 1, 13)
De oorzaak van verdienste, is echter zijn veelgeliefde eniggeboren Zoon onze Heer Jezus Christus, die ons, terwijl "wij vijanden waren", (Rom. 5, 10) "wegens zijn overgrote liefde, waarmee Hij ons heeft liefgehad" (Ef. 2, 4) door zijn allerheiligste lijden op het hout van het kruis voor ons heeft verdiend Canones 10 en 11 en voor ons aan God, de Vader genoegdoening heeft bewerkt.
De instrumentele oorzaak, insgelijks is het sacrament van de doop, dat is het sacrament van geloof H. Ambrosius van Milaan, De Spiritu Sancto. I 3, n. 42 (PL 16 (1866) 743AH. Augustinus, Brieven, Epistulae. 98 an Bischof Bonifatius, Kap. 9f (CSEL 34/II,531 9 12 20 532 12 / PL 33,364)Paus Innocentius III, Brief aan Bisschop Ugo van Ferrara, Quanto te magis, 2Paus Innocentius III, Brief aan Bisschop Bertolt van Metz, Debitum officii pontificalis, 1, zonder welke aan niemand ooit de rechtvaardiging ten deel valt.
Tenslotte is de enige formele oorzaak de gerechtigheid van God, niet die waardoor Hij zelf gerecht is, maar die, waardoor Hij ons gerecht maakt Vgl. H. Augustinus, Over de Drie-eenheid, De Trinitate. XIV 12, n. 15 (W.J. Mountain - Fr. Glorie: CpChL 50A (1968) 442f / PL 42,1048).Canones 10 en 11, te weten namelijk, die, door Hem gegeven, (waardoor) wij in de Geest van ons gemoed vernieuwd worden (Ef. 4, 23) en niet alleen worden wij gerekend tot, maar worden werkelijk gerechten genoemd en wij zijn het Vgl. 1 Joh. 3, 1 , terwijl wij de gerechtigheid in ons ontvangen, ieder zijn eigen, volgens de maat welke de Heilige Geest de enkeling toedeelt , zoals Hij wil Vgl. 1 Kor. 12, 11 en volgens zijn eigen voorbereiding en medewerking.