H. Paus Johannes Paulus II - 11 juli 1984
De overwegingen die ik wens te maken, hebben in het bijzonder betrekking op de passage van de encycliek H. Paus Paulus VI - Encycliek
Humanae Vitae
Het menselijk leven en geboorteregelingen
(25 juli 1968) die zich met de ‘beide betekenissen van de huwelijksdaad’ bezighoudt en hun ‘onverbrekelijke band’. Ik ben niet van plan een commentaar over de hele encycliek voor te leggen, maar eerder om er één passage uit te belichten en te onderzoeken. Vanuit het oogpunt van de morele leer die in het geciteerde document is opgenomen, heeft die passage een centrale betekenis. Tegelijk is de tekst nauw verbonden met onze eerdere overwegingen over het huwelijk in de dimensie van het (sacramentele) teken.
En omdat ze - zoals ik al zei - een centrale passage van de encycliek is, is het duidelijk dat ze diep ingeweven is in heel haar structuur: haar analyse moet dus gericht zijn naar de verschillende onderdelen van die structuur, zelfs al is het niet onze bedoeling om commentaar op de gehele tekst te geven.