28 juni 2005
1.
Op 11 oktober 1992 gaf paus Johannes Paulus II aan de gelovigen van heel de wereld de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997), die hij hun voorlegde als “een “referentietekst” voor een catechese die vernieuwd is vanuit de levende bronnen van het geloof” . H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Constitutie, Publicatie Katechismus van de Katholieke Kerk, Fidei Depositum (11 okt 1992), 1 Zo werd dertig jaar na de opening van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) op een geslaagde manier de wens vervuld, die de buitengewone Vergadering van de Bisschoppensynode in het jaar 1985 had geuit: dat namelijk een Catechismus zou worden samengesteld van heel de katholieke leer, zowel inzake het geloof alsook inzake de moraal.
Vijf jaar later bekrachtigde de Paus op 15 augustus 1997 bij gelegenheid van de afkondiging van de Editio typica van de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) de fundamentele doelstelling van het werk: “een volledige en integrale uiteenzetting van de Katholieke leer te bieden, waaruit iedereen kan leren kennen wat de Kerk belijdt en viert, wat zij beleeft en in haar dagelijks leven bidt” . H. Paus Johannes Paulus II, Apostolische Brief, Goedkeuring editio typica Katechismus voor de Katholieke Kerk, Laetamus Magnopere (15 aug 1997)
2.
Om de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) beter tot zijn recht te doen komen en om tegemoet te komen aan een verzoek dat bij gelegenheid van het Internationaal Catechetisch Congres van 2002 was gedaan, stelde Johannes Paulus II in 2003 een speciale commissie in, onder voorzitterschap van kardinaal Joseph Ratzinger, Prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer, en vertrouwde haar de opdracht toe een Compendium van de Catechismus van de Katholieke Kerk uit te werken, die een meer samenvattende formulering moest bevatten van dezelfde geloofsinhoud. Na twee jaar werk werd een Ontwerp van het Compendium voorbereid, dat ter raadpleging aan de kardinalen en aan de voorzitters van de Bisschoppenconferenties werd gestuurd. Dit ontwerp heeft in zijn geheel een positieve waardering gekregen van de absolute meerderheid van hen die geantwoord hebben. Daarom is de Commissie aan een herziening van genoemd Ontwerp begonnen en heeft, rekening houdend met de binnengekomen voorstellen tot verbetering, de uiteindelijke tekst van het werk klaargemaakt.
3.
De voornaamste kenmerken van het Compendium zijn deze drie:
Het Compendium is vóór alles niet een werk dat op zichzelf staat, en wil op geen enkele manier de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997) vervangen: veeleer verwijst het voortdurend daarnaar, hetzij door nauwkeurig de nummers ervan aan te geven waarnaar het verwijst, hetzij door voortdurend zijn structuur, zijn verloop en zijn inhoud te volgen. Bovendien beoogt het Compendium een hernieuwde belangstelling en ijver voor de Catechismus te wekken, die vanwege zijn wijsheid in de uiteenzettingen en zijn geestelijke zalving toch steeds de basistekst blijft voor de kerkelijke catechese van vandaag.
Zoals de Catechismus, zo bestaat ook het Compendium uit vier delen die overeenkomen met de grondwetten van het leven in Christus.
Het eerste deel, getiteld “De geloofsbelijdenis”, bevat een geslaagde samenvatting van de lex credendi, dat wil zeggen van het geloof dat door de katholieke Kerk wordt beleden. Deze samenvatting is ontleend aan de apostolische geloofsbelijdenis, welke nader toegelicht wordt door de geloofsbelijdenis van Nicea en Constantinopel, waarvan de nog steeds aanhoudende proclamatie in de christelijke samenkomsten de gedachtenis levend houdt aan de belangrijkste waarheden van het geloof.
Het tweede deel, getiteld “De viering van het mysterie van Christus”, presenteert de wezenlijke elementen van de lex celebrandi. De verkondiging van het evangelie vindt immers bij voorkeur haar antwoord in het sacramentele leven. Daarin doen de gelovigen op elk moment van hun bestaan ervaring op en getuigen zij van de heilswerking van het Paasmysterie, waarin Christus het werk van onze verlossing heeft volbracht.
Het derde deel, getiteld “Het leven in Christus”, roept de lex vivendi in herinnering, dat wil zeggen de inzet waartoe gelovigen gehouden zijn om in hun gedrag en in hun morele keuzen te getuigen van hun trouw aan het beleden en gevierde geloof. De gelovigen worden immers door de Heer Jezus geroepen om de werken te volbrengen die overeenstemmen met hun waardigheid als kinderen van de Vader in de liefde van de heilige Geest.
Het vierde deel, getiteld “Het christelijk gebed”, biedt een synthese van de lex orandi, dat wil zeggen van het gebedsleven. Naar het voorbeeld van Jezus, het volmaakte model van de biddende, wordt ook de christen geroepen tot dialoog met God in het gebed, waarvan een van de bevoorrechte uitdrukkingsvormen het Onze Vader is, het gebed dat Jezus zelf ons geleerd heeft.
4.
Een tweede kenmerk van het Compendium is dat het de vorm heeft van de dialoog, waarmee een oud literair genre van de Catechese weer wordt opgenomen, dat bestaat uit vragen en antwoorden. Het gaat er om zoiets als een dialoog voor te stellen tussen de meester en de leerling, door middel van een onophoudelijke reeks van vragen, die de lezer er in betrekken en hem uitnodigen verder te gaan en steeds nieuwe aspecten van de waarheid van zijn geloof te ontdekken. Het genre van de dialoog draagt er ook toe bij de tekst aanmerkelijk in te korten door hem tot het wezenlijke te beperken. Dat zou bevorderlijk kunnen zijn voor het zich eigen maken en eventueel van buiten leren van de inhoud.
5.
Een derde kenmerk bestaat in de aanwezigheid van enkele afbeeldingen, die de indeling van het Compendium markeren. Zij komen uit het zeer rijke erfgoed van de christelijke iconografie. Uit de eeuwenoude traditie van de Concilies leren we, dat ook de afbeelding verkondiging van het Evangelie is. De kunstenaars van alle tijden hebben de voornaamste gebeurtenissen van het heilsmysterie aan de beschouwing en de verwondering van de gelovigen voorgehouden door ze in kleurenpracht en volmaakte schoonheid weer te geven. Dat geeft aan hoe de heilige afbeelding in de beeldcultuur van vandaag veel meer zou kunnen uitdrukken dan het woord, vanwege het feit dat haar dynamiek van communicatie en van overdracht van de boodschap van het Evangelie zo buitengewoon werkzaam is.
6.
Veertig jaar na de afsluiting van het Tweede Vaticaans Concilie en in het Jaar van de Eucharistie, kan het Compendium een extra hulpmiddel zijn om bij gelovigen van alle leeftijden en van alle rangen en standen de honger naar de waarheid te stillen en ook om aan de behoefte te voldoen van hen die, zonder gelovig te zijn, dorsten naar waarheid en gerechtigheid. Zijn publicatie zal plaats vinden op het hoogfeest van de heilige apostelen Petrus en Paulus, de steunpilaren van de universele Kerk en de voorbeeldige verkondigers van het Evangelie in de oude wereld. Deze apostelen hebben gezien wat zij hebben gepredikt, en hebben van de waarheid die Christus is getuigd tot in het martelaarschap. Laten wij hen navolgen in hun missionaire elan en bidden wij de Heer dat de Kerk altijd het onderricht van de Apostelen mag volgen, van wie zij de eerste vreugdevolle verkondiging van het geloof heeft ontvangen!
20 maart 2005, Palmzondag.
JOSEPH KARD. RATZINGER
Voorzitter van de speciale Commissie