COMPENDIUM VAN DE CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
28 juni 2005
ARTIKEL 12 - Genade en rechtvaardiging
Wat is de rechtvaardiging?
De rechtvaardiging is het meest verheven werk van Gods liefde. Zij is het barmhartige en genadige handelen van God, die onze zonden uitwist en die ons in heel ons wezen rechtvaardig en heilig maakt. Dat gebeurt door de genade van de heilige Geest, die voor ons verdiend is door het lijden van Christus en die ons gegeven is in het Doopsel. De rechtvaardiging roept het vrije antwoord op van de mens, namelijk het geloof in Christus en de medewerking met de genade van de heilige Geest.
Wat is de genade, die rechtvaardigt?
De genade is de vrij geschonken gave die God ons geeft, om ons deelgenoten te maken van zijn drie-ene leven, en ons in staat te stellen te handelen uit liefde voor Hem. Zij wordt
habituele, of
heiligmakende of
vergoddelijkende genade genoemd, omdat zij ons heiligt en ons vergoddelijkt. Zij is
bovennatuurlijk, omdat zij geheel en al afhangt van het vrije initiatief van God, en omdat zij het bevattingsvermogen van het verstand en de krachten van de mens te boven gaat. Zij onttrekt zich dan ook aan onze ervaring.
Welke andere soorten van genade zijn er?
Naast de habituele genade zijn er: de actuele genaden (gaven naargelang de omstandigheden), de sacramentele genaden (gaven die eigen zijn aan de verschillende Sacramenten) en de bijzondere gaven of charismata (die het algemeen welzijn van de Kerk tot doel hebben), waaronder de genaden van staat, die de uitoefening van bedieningen in de Kerk en van verantwoordelijkheden in het leven begeleiden.
Welke verband bestaat er tussen de genade en de menselijke vrijheid?
De genade gaat aan het vrije antwoord van de mens vooraf, bereidt dit voor en wekt het op. Zij beantwoordt aan de diepe verlangens van de menselijke vrijheid, roept haar op tot medewerking en leidt haar naar haar volmaaktheid.
De verdienste is wat recht geeft op de beloning voor een goede daad. Tegenover God kan de mens van zich uit geen verdienste laten gelden, want alles heeft hij van Hem om niet ontvangen. Toch geeft God hem de mogelijkheid verdiensten te verwerven, door de vereniging met de liefde van Christus, bron van onze verdiensten tegenover God. De verdiensten van de goede werken moeten dus op de eerste plaats toeschreven worden aan de genade van God, en pas dan aan de vrije wil van de mens.
Welke goederen kunnen wij verdienen?
Daartoe bewogen door de heilige Geest, kunnen wij voor onszelf en voor anderen de genaden verdienen, die nuttig zijn voor onze heiliging en om het eeuwig leven te bereiken, evenals de tijdelijke goederen die volgens Gods plan goed voor ons zijn. Niemand kan de
eerste genade verdienen, die welke aan de oorsprong ligt van de bekering en de rechtvaardiging.
Zijn wij allen tot de christelijke heiligheid geroepen?
Alle gelovigen zijn geroepen tot de christelijke heiligheid. Zij is de volheid van het christelijk leven en de volmaaktheid van de liefde. Zij komt tot stand in de innige vereniging met Christus en in Hem met de allerheiligste Drie-eenheid. De weg van de heiliging van de christen zal, na te zijn gegaan via het kruis, haar vervulling bereiken in de uiteindelijke verrijzenis van de rechtvaardigen, waarin God alles in alles zal zijn.
© 2005, Libreria Editrice Vaticana
© 2005, Vert.: Werkgroep Compendium
Deze werkvertaling is uitgangspunt geweest voor de officiële uitgave. Deze versie wordt binnenkort geconformeerd aan de officiële uitgave.