Ieder moment is een aangewezen moment voor gebed. Toch houdt de Kerk de gelovigen bepaalde ritmen voor, om het onafgebroken gebed te voeden: het morgen- en avondgebed, voor en na het eten, het getijdengebed, de zondagse Eucharistie; de rozenkrans; de feesten van het liturgisch jaar.
"Men moet zich God vaker herinneren dan men ademhaalt "
(H. Gregorius van Nanzianze)
De christelijke traditie heeft drie vormen bewaard om het gebed tot uitdrukking te brengen en te beleven: het mondgebed, de overweging en het inwendig gebed. Als gemeenschappelijke kenmerk hebben zij de inkeer van het hart.