28 juni 2005
COMPENDIUM VAN DE CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK | |||
► | HET LEVEN IN CHRISTUS | ||
► | DE ROEPING VAN DE MENS: HET LEVEN IN DE HEILIGE GEEST |
Maria, de Panhagia (de alheilige), is het meesterwerk van de heilige Geest, Panhagion. Haar bestaan wordt, vanaf haar onbevlekte ontvangenis tot aan haar glorierijke tenhemelopneming, geheel door de goddelijke liefde ondersteund. De Geest van liefde van de Vader en de Zoon maakt van Maria een nieuwe schepsel, de nieuwe Eva, die hart en geest gericht heeft op de aanbidding van en de gehoorzaamheid aan de hemelse Vader, van wie zij geliefde dochter is; op de ontvangst van en de dienst aan de Zoon, van wie zij Moeder, leerlinge en gezellin is; en op de overeenstemming en medewerking met de heilige Geest, van wie zij kostbaar heiligdom is.
Op deze afbeelding wordt Maria omgeven door musicerende, feestvierende engelen; boven haar hoofd wordt hangt de schittering van de goddelijke liefde van de heilige Geest, die gesymboliseerd wordt door de duif. Maria is de moeder en de beschermster van de Kerk (aan haar voeten ziet men vaag een sacraal gebouw). Dank zij haar werkdadige moederlijke voorspraak bij Jezus, stort zij over de Kerk de overvloed uit van de hemelse genaden (aangeduid door de bloeiende rozenstruik).
Links onder symboliseert de apostel Johannes, die de Onbevlekte beschouwt, iedere gelovige die in de heilige Maagd het volmaakte voorbeeld ziet en tegelijkertijd de meesteres en leidsvrouw, in het leven in de Geest.
De Cisterciënzer abt Christiaan (12de eeuw) mediteert over hoe de apostelen hun geestelijke ervaringen deelden met Maria. Hen vergelijkend met de twaalf sterren die het hoofd van de gelukzalige Maagd kronen, schrijft hij: “Dikwijls kwamen zij samen rond de allervoorzichtigste Maagd, als leerlingen rond hun lerares, om nog vollediger de waarheid te begrijpen van hetgeen zij had verricht; een waarheid die zij te zijner tijd aan anderen hadden te verkondigen. Door God gewijd en onderricht, was zij voor hen als een echte bibliotheek van hemelse wijsheid, want in het dagelijks samenwonen was zij als bijzondere gezellin nabij geweest aan de Wijsheid zelf, dat wil zeggen aan haar Zoon, en had zij in haar geheugen opgeslagen en getrouw bewaard al wat zij gezien en gehoord had” (1ste Preek over de tenhemelopneming van de heilige Maria).
______________________________
EL GRECO, De heilige Johannes beschouwt de Onbevlekte Ontvangenis, Museo de la Santa Cruz, Toledo (Spanje)
Wat het Symbolum van het geloof belijdt, delen de Sacramenten mee. Door de Sacramenten ontvangen de gelovigen immers de genade van Christus en de gaven van de heilige Geest, die hen in staat stellen het nieuwe leven als kinderen van God te leven, in Christus die zij in geloof hebben aanvaard.
"Christen erken uw waardigheid" (H. Leo de Grote)