COMPENDIUM VAN DE CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
28 juni 2005
ARTIKEL 2 - Het doorgeven van de goddelijke openbaring
Waarom en hoe moet de goddelijke openbaring worden doorgegeven?
God "wil dat alle mensen gered worden en tot de kennis komen van de waarheid" (
1 Tim. 2, 4), dat wil zeggen: van Jezus Christus. Daarvoor is het noodzakelijk dat Christus aan alle mensen verkondigd wordt, zoals Hij zelf heeft opgedragen: "Gaat uit over de hele wereld en maakt alle volken tot mijn leerlingen" (
Mt. 28, 19). Dat gebeurt in de Apostolische Overlevering.
Waarin bestaat de Apostolische Overlevering?
De Apostolische Overlevering is het doorgeven van de boodschap van Christus, wat sinds het begin van het christendom gebeurt door de prediking, het getuigenis, de instellingen, de eredienst en de geïnspireerde geschriften. De apostelen hebben aan hun opvolgers, de bisschoppen, - en door hen aan alle geslachten tot aan de voleinding der tijden, - datgene doorgegeven, wat ze van Christus ontvangen, en door de Heilige Geest geleerd hebben.
Hoe gebeurt de Apostolische Overlevering?
De Apostolische Overlevering gebeurt op twee manieren: door de levende doorgave van het Woord van God - ook gewoonweg ‘overlevering’ genoemd - en door de Heilige Schrift, die dezelfde verkondiging van het heil is, maar dan op schrift gesteld.
Welke verhouding bestaat er tussen de Overlevering en de Heilige Schrift?
De Overlevering en de heilige Schrift zijn nauw met elkaar verbonden en hebben deel aan elkaar. Beide stellen in de Kerk het mysterie van Christus tegenwoordig en maken dit vruchtbaar, en komen voort uit dezelfde goddelijke bron. Samen vormen zij het ene heilige geloofsgoed, waaruit de Kerk haar zekerheid put over al de geopenbaarde waarheden.
Aan wie is het geloofsgoed toevertrouwd?
Het geloofsgoed is door de apostelen toevertrouwd aan de Kerk in haar totaliteit. Het gehele Godsvolk neemt, bijgestaan door de heilige Geest en geleid door het Leergezag van de Kerk, met zijn bovennatuurlijke geloofszin de goddelijke openbaring in ontvangst, begrijpt haar steeds beter en past haar toe op het leven.
Aan wie komt het toe het geloofsgoed op authentieke wijze te interpreteren?
De authentieke interpretatie van dit geloofsgoed komt alleen toe aan het levende Leergezag van de Kerk, d.w.z. aan de opvolger van Petrus, de bisschop van Rome, en aan de bisschoppen in gemeenschap met hem. Aan het Leergezag, dat in dienst van het Woord van God het zekere charisma van de waarheid bezit, komt het ook toe om dogma's te definiëren: dat zijn formuleringen van de waarheden die in de goddelijke openbaring vervat zijn. Dit gezag strekt zich ook uit tot de waarheden die noodzakelijkerwijs met de openbaring in verband staan.
Welke verhouding bestaat er tussen de Schrift, de Overlevering en het Leergezag?
Zij zijn zo nauw met elkaar verbonden en verenigd, dat geen van hen bestaat zonder de anderen. Samen dragen ze, elk op zijn eigen wijze, onder de werking van de Heilige Geest, werkdadig bij tot het heil van de mensen.
© 2005, Libreria Editrice Vaticana
© 2005, Vert.: Werkgroep Compendium
Deze werkvertaling is uitgangspunt geweest voor de officiële uitgave. Deze versie wordt binnenkort geconformeerd aan de officiële uitgave.