28 juni 2005
De Zoon van God heeft een lichaam aangenomen, dat bezield werd door een menselijke, redelijke ziel. Met zijn menselijk verstand heeft Jezus veel door ervaring geleerd. Maar ook als mens had de Zoon van God een innige en onmiddellijke kennis van God, zijn Vader. Hij drong eveneens door tot de geheime gedachten van de mens en kende ten volle de eeuwige heilsbeschikkingen die Hij was komen openbaren.