Door God, onze Vader, te vragen ons te vergeven, erkennen wij voor Hem dat wij zondaars zijn. Maar tegelijk belijden wij zijn barmhartigheid, omdat in zijn Zoon en in de sacramenten, “onze bevrijding verzekerd is en onze zonden vergeven zijn” (Kol. 1, 14). Onze bede zal echter alleen maar worden verhoord, als wij van onze kant eerst hebben vergeven.