Jezus interpreteert de haar in het licht van het tweevoudige en enige gebod van de liefde, die de volheid van de wet is: “Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand. Dit is het voornaamste en eerste gebod. Het tweede daarmee gelijkwaardig: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf. Aan deze twee geboden hangt heel de wet en de profeten” (Mt. 22, 37-40).