Het is de dynamiek van een “vermorzeld hart” (Ps. 51, 19), dat door de goddelijke genade bewogen wordt de barmhartige liefde van God te beantwoorden. Zij sluit het verdriet in en de afkeer van de begane zonden, het vaste voornemen om in de toekomst niet meer te zondigen, en het vertrouwen op de hulp van God. Zij wordt gevoed door de hoop op de goddelijke barmhartigheid.