COMPENDIUM VAN DE CATECHISMUS VAN DE KATHOLIEKE KERK
(Soort document: Catechismus-Compendium)
28 juni 2005
Deze uitdrukking betekent dat alle heil komt van Christus het Hoofd, door middel van de Kerk, die zijn Lichaam is. Daarom kunnen diegenen niet gered worden, die de Kerk kennen als door Christus gesticht en voor het heil noodzakelijk, maar die toch niet tot haar toetreden of in haar volharden. Tegelijkertijd kunnen, dank zij Christus en zijn Kerk, diegenen het eeuwig heil verkrijgen, die zonder eigen schuld het evangelie van Christus en zijn Kerk niet kennen, maar die met een oprecht hart God zoeken en onder de invloed van de genade zich inspannen zijn wil te volbrengen, zoals zij die gekend wordt door de stem van het geweten.