• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Bevoegdheden om de eredienst te regelen

Met verwijzing naar Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
, wijst canon Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
het bevoegde gezag aan om de publieke goddelijke eredienst te regelen. In de patriarchale Kerken ligt het gezag bij de patriarch, met de instemming van de bisschoppensynode (die daarbij gebruik zal maken van de medewerking van de liturgische commissie van de patriarchale Kerk). Vgl. Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 114. 114 § 1 Vgl. Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 124 Opgemerkt moet worden, dat hetgeen is vastgesteld voor de patriarchale Kerken, zich volgens Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
ook uitstrekt lot de opper-aartsbisschoppelijke Kerken. ln de metropolitane Kerken sui iuris is het bevoegde gezag de metropoliet, met instemming van de Raad van hiërarchen. In beide gevallen is l'en voorafgaande beoordeling van de kant van de Apostolische Stoel vereist; in alle andere Kerken is het enige bevoegde gezag de Apostolische Stoel en - binnen de grenzen die door diezelfde Stoel zijn bepaald - de bisschoppen en hun wettig gevormde coetus. Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 657. § 1 Andere canones uit het Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
geven het kader van de gemeenschappelijke normen, die het geheel van het liturgische leven in de Oosterse Kerken bepalen.

De functie van de bisschop

De inrichting van de liturgische functies, welke aan het kerkelijk gezag is toevertrouwd, wordt ingevuld door de huidige wetgeving in Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
, waar wordt gesproken over de functie van "de eparchiale bisschop als de leider, bevorderaar en behoeder van het gehele liturgische leven van de eparchie". In andere canones rust een gelijkaardige taak op zijn medewerkers: de protopresbyters Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 278. 278, §1), de pastoors Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 289. canon 289, §2 en de rectoren van kerken. Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 309

Het is de taak van de bisschop erop toe te zien, dat het liturgisch leven "zoveel mogelijk bevorderd wordt en dat het geregeld wordt overeenkomstig de voorschriften, alsook de gebruiken van de eigen Kerk sui iuris". Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 199. § 1 De bisschop handelt dus niet alleen op basis van zijn eigen oordeel of van de plaatselijke gebruiken, maar verwijst naar het eigen erfgoed van de Kerk sui iuris. Op deze wijze wordt het gezag van iedere bisschop een deelname aan een groter gezag dat het liturgische leven van de eigen Kerk sui iuris regelt.

De bisschop dient bij de uitoefening van zijn taak als leider van het liturgische leven niet te handelen naar willekeur, noch borg te staan voor het gedrag van groepen of facties, maar dient samen met zijn geestelijkheid de zorgzame behoeder te zijn van het liturgische geweten dat werkzaam aanwezig is in het levend geheugen van het hem toevertrouwde Godsvolk. Zoals de sensus fidelium bepalend is voor het geloofsbegrip, zo is zij dat ook voor het behoud van de viering van dat geloof. Het volle op zijn beurt dient trouw te zijn aan de aanwijzingen van de herder, zich in te spannen om deze ten diepste te verstaan en in praktijk te brengen. Men dient eparchiale commissies te vormen met experts ter bevordering van een beter begrip en betere viering van de liturgie. In het rijpingsproces van het Godsvolk op liturgisch vlak zal de aanwezigheid van authentieke gemeenschappen van Oosterse monniken en monialen van groot belang zijn als plaatsen waar, dankzij de gave van de Heilige Geest, het dagelijks in geloof gevierde Mysterie ten volle wordt beleefd.

De functie van de Apostolische Stoel

De Apostolische Stoel heeft een belangrijke functie willen uitoefenen bij het behoud en de harmonieuze ontwikkeling van de liturgische praxis van de Oosters-Katholieke Kerken. Deze werd gerealiseerd op verschillende manieren, die in voortschrijdende zin zijn samengevloeid in de werkzaamheid van de Commissie ter correctie van de liturgische boeken van de Oosterse Kerken, welke in 1717 werd opgericht en tot 1862 werkzaam was binnen de congregatie De propaganda fide. Deze interventies droegen het stempel van de mentaliteit en de overtuigingen die hoorden bij die tijd, waarin men de niet-Latijnse liturgieën beschouwde als in zekere zin ondergeschikt aan de liturgie van de Latijnse ritus, die gold als de "ritus praestantior". Deze houding kon leiden tot interventies in oosters-liturgische teksten, die tegenwoordig- in het licht van studies en van de weg die de theologie heeft afgelegd - herziening behoeven in de zin van een terugkeer naar de oude tradities. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de Oosterse Kerken, Orientalium Ecclesiarum (21 nov 1964), 6 Het werk van de commissies, die werden bijgestaan door de beste experts van die tijd, is er echter in geslaagd om het Oosterse erfgoed grotendeels te behouden, vaak door het in bescherming te nemen tegen sterk schadelijke initiatieven en door de publicatie van kostbare uitgaven van de liturgische teksten voor talrijke Oosterse Kerken. Vooral sinds de plechtige verklaringen van de Apostolische Brief Paus Leo XIII - Apostolische Brief
Orientalium Dignitas (30 november 1894)
van Leo Xlll, sinds de oprichting in 1931 van de nog steeds werkzame "Bijzondere Commissie voor de Liturgie" binnen de Congregatie voor de Oosterse Kerken, en vooral sinds het Tweede Vaticaans Concilie en de Apostolische Brief H. Paus Johannes Paulus II - Apostolische Brief
Orientale Lumen
Bij gelegenheid van de honderdste gedenkdag van de Apostolische brief Orientalium Dignitas van Paus Leo XIII
(2 mei 1995)
van Johannes Paulus II, is tegenwoordig het respect voor de Oosterse liturgieën een onbetwistbare grondhouding, en kan de Apostolische Stoel de Kerken vollediger ten dienste staan.

De zorgzaamheid van de Apostolische Stoel voor het liturgische leven van de Oosterse Kerken is in het verleden al dikwijls nuttig gebleken en lijkt even onmisbaar in de precaire situatie waarin niet weinig Oosterse Kerken zich thans bevinden. Het fundamentele belang van de liturgie als goddelijk-menselijk handelen dat het heil hic et nunc actualiseert, alsook de eigen natuur van de liturgie als bevoorrechte plaats waar het depositum fidei wordt bewaard en uitgedrukt, rechtvaardigen de voortdurende functie van de Apostolische Stoel als bewaarder en beschermer ook van de Oosterse liturgische praxis. Het gaat om het waarborgen en verdedigen van het geloof in één van zijn belangrijkste uitdrukkingsvormen. Deze overtuiging heeft geleid tot de formulering van Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
van het Canoniek Wetboek van de Oosterse Kerken, dat de goedkeuring van liturgische teksten voorbehoudt aan de Apostolische Stoel m.b.t. niet-patriarchale en niet-metropolitane Kerken sui iuris. Deze canon vraagt de patriarchale en metropolitane Kerken om een voorafgaande beoordeling door de Apostolische Stoel. Deze beoordeling betreft vanzelfsprekend alles wat met de liturgische vieringen te maken heeft.

Bevoegdheden om de vertalingen van liturgische boeken goed te keuren

Door de eeuwen heen hebben verschillende omstandigheden gezorgd voor belangrijke veranderingen op het vlak van de taal. In de Oosterse gebieden zelf hebben de oorspronkelijke talen geleidelijk aan toch diepgaande veranderingen ondergaan. Soms verdwenen er talen of werden ze vervangen door andere. Soms ook verlieten talrijke gelovigen van de Oosterse Kerken hun land van oorsprong en gingen zij zich elders vestigen, waar zij leefden naast Christenen die met andere tradities waren grootgebracht. Mettertijd hebben zij zich ingevoegd in de eigen culturele context van de plaats waar zij zich bevonden. Vaak hebben ze de kennis en het praktiseren van hun oorspronkelijke talen verloren. Zo bleek het moeilijker om aan de liturgie van hun eigen Kerk deel te nemen. Om deze moeilijkheid te verhelpen hebben de Oosterse Kerken sinds oude tijden vaak zorg gedragen voor vertalingen van hun eigen liturgische teksten in talen die door de gelovigen werden begrepen.

Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
van het Canoniek Wetboek van de Oosterse Kerken preciseert, dat het recht om versies van liturgische boeken goed te keuren toekomt aan het gezag dat bevoegd is liturgische boeken goed te keuren, na rapportage aan de Apostolische Stoel, als het gaat om patriarchale en metropolitane Kerken sui iuris.

De groei van het aantal eparchieën of Kerken sui iuris van eenzelfde liturgische familie die - soms in hetzelfde territorium - dezelfde taal gebruiken, maakt normaal gesproken het gebruik van uniforme vertalingen noodzakelijk. Het is passend dat de competente autoriteiten door onderlinge afstemming dit doel bereiken.

Onderdelen van liturgische wetgeving

Met betrekking tot het liturgische recht verwijst Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
van het Canoniek Wetboek van de Oosterse Kerken naar de voorschriften van de liturgische boeken. Naast deze voorschriften vermeldt het Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
nog andere normen van liturgische aard, die afkomstig zijn van het bevoegde gezag van de Kerken sui iuris, maar die niet zijn opgenomen in de liturgische boeken, zoals de regels Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 688 en de voorschriften van Kerken sui iuris Wetboek, Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken, Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium (1 okt 1991), 199, zowel van algemeen recht als van particulier recht, welke wetskracht hebben. Wat deze laatste betreft, insisteert Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
van het Canoniek Wetboek van de Oosterse Kerken op de verplichting om deze nauwgezet te onderhouden.

Complexiteit van het particuliere liturgische recht

Om de particuliere voorschriften met wijsheid en realisme te interpreteren moet men rekening houden met het feit dat ze met inachtneming van de complexe organische samenhang waar ze zijn ingevoegd, toch niet altijd een volkomen homogeen geheel vormen. Verschillende normen, zowel in liturgische boeken als elders, hebben feitelijk veranderingen ondergaan om ze aan te passen aan de specifieke vereisten van de verschillende omgeving en context. Dit heeft tot gevolg dat er zich, met het oog op verschillende situaties, richtingen hebben kunnen ontwikkelen die verschillend zijn of zelfs in tegenspraak met elkaar. De autoriteiten die bevoegd zijn om het liturgisch leven te regelen, hebben de plicht om deze voorschriften nauwkeurig te onderzoeken in het licht van de hierboven uiteengezette beginselen. Daarbij moet men zich tegelijkertijd bewust zijn van de coherentie met de oorspronkelijke tradities en de nieuwe vereisten van de huidige context. Het gaat om een delicate taak waarbij men ervoor moet zorgen dat onderzoek en studie worden aangemoedigd om zowel de theologische als pastorale betekenis te ontdekken.

Gewoonte

Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
van het Canoniek Wetboek van de Oosterse Kerken, alsook Wetboek
Codex Iuris Canonici
Codex van het Canonieke recht
(25 januari 1983)
bevestigen dat de gewoonte de beste uitlegger van wetten is, en Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
en Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
leggen er de gebruiksregels van uit. Zoals Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
preciseert, is de gewoonte de vrucht van de voortdurende en vreedzame praxis van de plaatselijke gemeenschappen. Zij is kostbaar, omdat ze geworteld is in het leven van het volk. Ook in dit verband is verstandige onderscheiding noodzakelijk om te behouden wat het meest waardevol en stimulerend is ten dienste van een waarachtige ontplooiing van het christelijke leven, en om in te grijpen in wat overbodig is of minder beantwoordt aan de eigen authentieke tradities.

Liturgische boeken en oecumene

Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
van het Canoniek Wetboek van de Oosterse Kerken bevestigt dat men in de liturgische vieringen alleen de boeken mag gebruiken die de kerkelijke goedkeuring hebben gekregen. Dit is een evident beginsel dat echter stuit op praktische problemen. Sommige Oosters-Katholieke Kerken beschikken namelijk niet over een eigen uitgave van de liturgische boeken, of minstens sommige moeten noodzakelijkerwijs gebruik maken van de uitgaven die bij corresponderende orthodoxe Kerken in gebruik zijn; het betreft soms duidelijk zeer goed verzorgde uitgaven. Een dergelijke gebruikmaking vindt traditioneel plaats met zwijgende toestemming van de Apostolische Stoel of de plaatselijke autoriteiten. Na zorgvuldig onderzoek van elk geval, kan deze noodzaak een waardevolle gewoonte blijken als uiting van de gedeeltelijke, maar diepe en uitgebreide gemeenschap die tot in onze dagen bestaat tussen katholieke en orthodoxe Kerken die uit een gemeenschappelijke stam zijn ontstaan. Zij kan ook een dynamische kiem zijn voor het herwinnen van de volledige gemeenschap. Verschillende uitgaven van liturgische boeken die in Rome werden vervaardigd, worden overigens soms gewaardeerd en gebruikt door orthodoxe broeders. In ieder geval moet men elk onnodig onderscheid vermijden tussen de liturgische boeken van de Oosters-Katholieke Kerken en van de orthodoxe Kerken. Het is veeleer wenselijk om, voor zover mogelijk, gemeenschappelijke uitgaven te hebben. Bij gelegenheid van zijn toespraak tot de katholieken van de Armeense Kerken bevestigde paus Johannes Paulus II: "Bijzonder van harte wens ik dat de gezamenlijke bestudering van de liturgie en de noodzakelijke aanpassingen ervan een bevoorrecht domein kan zijn voor de samenwerking van katholieken en orthodoxe Armeniërs". H. Paus Johannes Paulus II, Homilie, Tijdens de Goddelijke Liturgie in de Armeense Ritus - Basilica di Santa Maria in Trastevere, "Juich en verheug u, dochter Sion, want zie, Ik kom en Ik zal bij u wonen" (Zach. 2, 14) (21 nov 1987), 3

Een gelijkaardige wens wordt in algemene termen herhaald in Pauselijke Raad ter bevordering vd Eenheid vd Christenen
Oecumenisch Directorium
Richtlijnen voor de toepassing van de beginselen en normen inzake de oecumenische beweging (25 maart 1993)
, dat aan andere Kerken of kerkelijke gemeenschappen het gebruik van gemeenschappelijke liturgische teksten aanbeveelt, want: "Wanneer de Christenen met één stem samen bidden, dringt hun getuigenis door tot in de hemel, maar wordt het tegelijk verstaan op aarde".

Catechetische directoria en liturgie: catechese en mystagogie

Wetboek
Codex Canonum Ecclesiarum Orientalium
Codex van Canoniek Recht van de Oosterse Kerken (1 oktober 1991)
van het Canoniek Wetboek van de Oosterse Kerken gaat over de catechetische directoria die in de patriarchale en metropolitane Kerken moeten worden opgesteld; gevraagd wordt rekening te houden met het bijzondere karakter van de Oosterse Kerken, zodat het catechetisch onderricht de nadruk legt op het belang van de Bijbel en de liturgie, evenals op de tradities van de eigen Kerk sui iuris inzake patrologie, hagiografie en iconografie. Men moet beklemtonen, dat in het Oosten, - zoals tegenwoordig ook in de westerse Kerk wordt aanbevolen - de catechese niet gescheiden mag worden van de liturgie, omdat de liturgie als het in actu gevierde Christusmysterie de catechese inspireert. Dat is ook de methode die niet weinig Kerkvaders gebruikten bij de vorming van de gelovigen.

Voor de catechumenen vindt deze vorming haar uitdrukking in de "catechese"; voor hen die ingewijd zijn in de goddelijke mysteries, gebeurt dit in de "mystagogie" of "mystagogische catechese". Zo worden de gelovigen voortdurend geleid naar de vreugdevolle herontdekking van het Woord en van de dood en verrijzenis van hun Heer, in wie zij zijn binnengeleid door de Geest van de Vader. Vanuit het verstaan van wat zij gaan vieren, en vanuit het zich ten volle eigen maken van wat zij hebben gevierd, ontwerpen zij een levensproject. Zo geeft de mystagogie inhoud aan hun bestaan, dat verlost en geheiligd is en dat de weg gaat van de vergoddelijking, en vormt ze het fundament van de spiritualiteit en de moraal. Voor elk van de Oosters-Katholieke Kerken wordt dan ook aanbevolen, dat het catechetische traject zijn concrete vertrekpunt vindt in haar eigen liturgische vieringen.

Document

Naam: INSTRUCTIE OVER DE TOEPASSING VAN DE LITURGISCHE VOORSCHRIFTEN UIT CANONIEK WETBOEK VAN DE OOSTERSE KERKEN
Soort: Congregatie voor de Oosterse Kerken
Auteur: Achilles kard. Silvestrini
Datum: 6 januari 1996
Copyrights: © 2017, Beleidssector liturgie van de Nederlandse Bisschoppenconferentie / Nationale Raad voor Liturgie
Liturgische Documentatie, dl. 14, p. 9-108
Bewerkt: 1 september 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test