De Kerk, bewust van haar godsdienstige zending, moet ongetwijfeld in een wereld, die slechts langzaam en worstelend met talloze hinderpalen velerlei problemen - droevige erfenis van de oorlog - onder de ogen moet zien en oplossen, een wijze terughoudendheid bewaren tegenover de afzonderlijke kwesties van zuiver politiek of territoriaal karakter. Dit belet haar echter volstrekt niet om door het verkondigen van de grote beginselen van ware menselijkheid en broederschap de grondslagen te leggen en veilige voorwaarden te scheppen voor de oplossing van deze kwesties naar recht en billijkheid.