18 november 1965
Terwijl het verlossingswerk van Christus van nature gericht is op het heil van de mensen, omvat het tevens de opbouw van heel tijdelijke orde. Daarom is het de zending van de Kerk: niet alleen de boodschap en de genade van Christus te brengen aan de mensen, maar ook de orde van het tijdelijke te bezielen en te vervolmaken met de geest van het Evangelie. Bijgevolg oefenen de leken, bij het vervullen van deze zending van de Kerk, hun apostolaat uit zowel in de Kerk als in de wereld, zowel in de geestelijke orde als in de tijdelijke; ofschoon deze twee van elkaar zijn onderscheiden, zijn ze toch in het éne plan Gods zo nauw met elkaar verbonden, dat God zelf de bedoeling heeft, in Christus de gehele wereld weer samen te brengen tot een nieuwe schepping, in eerste begin hier op aarde en op volmaakte wijze aan het eind der tijden. De leek, die tegelijkertijd gelovige is en burger van deze wereld, moet zich op beide gebieden voortdurend laten leiden door het éne christelijke bewustzijn.