De verschillende soorten van apostolaat vereisen ook een speciaal aangepaste vorming.
Wat het apostolaat betreft van de evangelieprediking en de heiliging van de mensen moeten de leken een bijzondere vorming krijgen om een dialoog te kunnen aangaan met anderen, gelovigen of niet-gelovigen, teneinde aan allen de boodschap van Christus te kunnen brengen. Vgl. Paus Pius XII, Encycliek, Bij gelegenheid van 150 kerkelijke hiƫrarchie in de Verenigde Staten van Amerika, Sertum Laetitiae (1 nov 1939)Vgl. Paus Pius XII, Toespraak, Tot de academici van de Italiaanse Katholieke Actie (24 mei 1953), 7-16. t.m. nr. 21. En omdat in onze tijd het materialisme in zijn verschillende vormen overal sterk opgang doet, ook onder de katholieken, moeten de leken niet alleen nauwkeurig er op de hoogte zijn van de katholieke leer, vooral in de punten, die worden aangevochten, maar zij moeten ook tegenover elke vorm van materialisme het getuigenis stellen van een evangelisch leven.
Wat betreft de christelijke vernieuwing van de tijdelijke orde, moeten aan de leken de ware betekenis en waarde van de tijdelijke goederen worden bijgebracht., die deze hebben in zichzelf en met betrekking tot alle doeleinden van de menselijke persoon. Ook moeten zij een juist gebruik leren maken van de dingen en praktijk opdoen in de organisatie van de diverse instellingen, en daarbij altijd bedacht zijn op het algemeen welzijn volgens de beginselen van de moraal en sociale leer van de Kerk. De leken moeten vooral kennis opdoen van de beginselen en toepassingen van de sociale leer om een eigen aandeel te kunnen hebben in de ontwikkeling van deze leer en om haar juist te kunnen toepassen op afzonderlijke gevallen. Vgl. Paus Pius XII, Toespraak, Tot het het internationale congres van de wereldfederatie van de Katholieke vrouwelijke jeugdVgl. Paus Pius XII, Toespraak, Tot de Internationale bijeenkomst van de Katholieke arbeiders en arbeidsters (ACLI) te Rome Instelling van de feestdag van Sint Jozef, arbeider op 1 mei, Poco Piu (1 mei 1955), 3-8
Omdat de werken van Charitas en barmhartigheid het edelste getuigenis zijn van een christelijk leven, moet de apostolaatsvorming ook gericht zijn op de beoefening van deze werken, om de gelovigen van hun jeugd af te leren meeleven met hun broeders en de behoeftige edelmoedig te leren helpen. Vgl. Paus Pius XII, Toespraak, Tot het congres van de St. Vincentiusvereniging (27 apr 1952), 12-14