• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

De hiërarchie behoort het lekenapostolaat te stimuleren, beginselen te formuleren en geestelijke steun te verlenen, de uitoefening van het apostolaat te richten op het algemeen welzijn van de Kerk en de leer en de juiste verhouding te doen eerbiedigen.

De betrekkingen van het lekenapostolaat tot de hiërarchie kunnen verschillend zijn naargelang van de verschillende vormen en objecten van het apostolaat zelf.

Er zijn immers in de Kerk zeer vele apostolische initiatieven, die tot stand komen door een spontane keuze van de leken en verstandig door hen worden geleid. Door deze initiatieven kan de Kerk in bepaalde omstandigheden haar zending beter vervullen, en daarom worden ze niet zelden door de hiërarchie geprezen of aanbevolen. Vgl. Congregatie van het Concilie, Resolutie voor het aartsbisdom Corrientes, Resolutio Corrienten. (13 nov 1920). A.A.S. 13 (1921) 137-140 Geen enkel initiatief echter mag aanspraak maken op de naam "Katholiek" zonder de goedkeuring van het wettig kerkelijk gezag.

Sommige vormen van lekenapostolaat worden door de hiërarchie uitdrukkelijk erkend, en wel op verschillende wijzen.

Bovendien kan het kerkelijk gezag, omwille van het algemeen welzijn van de Kerk, uit de vereniging en apostolische initiatieven, die een rechtstreeks geestelijk doel beogen, er sommige uitkiezen en meer speciaal begunstigen, waardoor het dan een bijzondere verantwoordelijkheid op zich neemt. Zo verbindt de hiërarchie, bij een regeling van het apostolaat volgens de omstandigheden, de een of andere vorm hiervan nauwer met haar eigen apostolische zending, met eerbiediging echter van beider eigen aard en onderscheid en zonder dus aan de leken de zo noodzakelijke vrijheid te ontzeggen om uit eigen beweging iets te ondernemen. Deze daad van de hiërarchie wordt in diverse kerkelijke documenten "mandaat" genoemd.

Tenslotte vertrouwt de hiërarchie aan de leken enkele taken toe, die nauwer verbonden zijn met de werkzaamheden van de priesters, zoals bij het onderricht in de christelijke leer, bij sommige liturgische handelingen, in de zielzorg. Krachtens deze zending zijn de leken in de uitoefening van hun opdracht volledig afhankelijk van de hogere kerkelijke leiding.

Wat betreft de werken en instellingen van de tijdelijke orde, is het de taak van de kerkelijke hiërarchie, de morele beginselen aangaande de tijdelijke zaken te leren en authentiek te verklaren; zij kan ook, na alles goed te hebben overwogen en met behulp van deskundigen, haar oordeel uitspreken over de vraag, of deze werken en instellingen in overeenstemming zijn met de morele beginselen, en beslissen, wat noodzakelijk is voor het behoud en de bevordering van de bovennatuurlijke waarden.

Alinea's in de marge van alinea 24

Er bestaat een grote verscheidenheid van verenigingen voor apostolaat. Vgl. Paus Pius XII, Toespraak, Tot het bestuur van de internationale federatie van katholieke mannen (8 dec 1956). A.A.S. 49 (1957) 26-27. Sommige beogen het algemeen apostolaatsdoel van de Kerk, andere richten zich meer in het bijzonder op evangelisatie en heiliging; weer andere willen op verschillende wijzen christelijke bezieling geven aan de tijdelijke orde; andere tenslotte willen getuigenis afleggen voor Christus vooral door werken van barmhartigheid en charitas.

Onder deze verenigingen verdienen allereerst de aandacht die, welke een grotere eenheid voorstaan en stimuleren tussen het praktische leven van de leden en hun geloof. De verenigingen zijn geen doel op zich, maar moeten dienstbaar zijn aan de Kerk bij het vervullen van haar zending voor de wereld. Hun apostolische stootkracht is des te groter naarmate ze meer beantwoorden aan de doelstellingen van de Kerk en naarmate de afzonderlijke leden en de verenigingen als geheel een sterker christelijk getuigenis geven en meer bezield zijn met evangelische geest.

Gezien de toename van allerlei instellingen en met het oog op de snelle ontwikkeling van de moderne samenleving vraagt de universele opdracht van de zending van de Kerk om steeds volmaaktere verenigingsvormen op internationaal terrein voor de apostolische initiatieven van de katholieken. De internationale katholieke organisaties zullen beter hun doel kunnen bereiken, wanneer de groepen die daarin samenwerken, en de leden van die groepen nauwer met de organisatie zijn verbonden. Met inachtneming van de juiste verhouding tot het kerkelijk gezag (zie alinea 24) hebben de leken het recht, verenigingen op te richten Vgl. Congregatie van het Concilie, Resolutie voor het aartsbisdom Corrientes, Resolutio Corrienten. (13 nov 1920). A.A.S. 13 (1921) 139, en te leiden en lid te worden van bestaande verenigingen. Men vermijde echter versnippering van krachten als gevolg van de oprichting van overbodige nieuwe verenigingen en werken of als gevolg van nodeloos handhaven van verouderde verenigingen of methoden. Ook is het niet altijd gewenst om vormen van het ene land zonder meer over te brengen naar andere landen. Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, De Opperherder - over de missionerende taak van de Kerk bij de 40e verjaardag van de Apostolische Brief Maximum Illud van Paus Benedictus XV, Princeps Pastorum (28 nov 1959), 44

Document

Naam: APOSTOLICAM ACTUOSITATEM
Over het lekenapostolaat
Soort: 2e Vaticaans Concilie - Decreet
Datum: 18 november 1965
Copyrights: © 1967, Ecclesia Docens 0820, uitg. Gooi & Sticht, Hilversum
Vert.: Dr. M. Mulders C.ss.R. en Dr. J. Kahmann C.ss.R.
Bewerkt: 7 november 2019

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test