18 november 1965
Doordat de leken delen in het priesterlijk, profetisch en koninklijk ambt van Christus, hebben zij een actieve taak te vervullen in het leven en het werken van de Kerk. Binnen de gemeenschappen in de Kerk is hun activiteit zo onontbeerlijk, dat de herders zelf zonder de medewerking van de leken meestal hun eigen apostolaat niet met volledig succes kunnen uitoefenen. Want leken met een echte apostolische geest, zoals de mannen en vrouwen waren, die Paulus bij de prediking van het Evangelie hielpen Vgl. Hand. 18, 18-26 Vgl. Rom. 16, 3 , vullen het tekort van hun broeders aan en geven nieuwe bezieling aan de herders en aan de andere leden van het volk Gods Vgl. 1 Kor. 16, 17-18 . Want gesterkt door een actieve deelname aan het liturgisch leven van hun eigen gemeenschap, werken zij ijverig mee aan haar apostolaatsarbeid; zij brengen mensen tot de Kerk, die misschien ver van haar verwijderd leven; zij spelen, vooral door catechetisch onderricht, een grote rol bij het doorgeven van Gods woord; door de inzet van hun deskundigheid helpen zij mee om de zielzorg en ook de administratie van de kerkelijke goederen doelmatiger in te richten.
De parochie is een markant voorbeeld van een gemeenschapsapostolaat, omdat ze alles wat daar aan menselijke verscheidenheid bestaat, samenbrengt en inschakelt in de universaliteit van de van de Kerk. Vgl. H. Paus Pius X, Apostolische Brief, Creationis duarum novarum paroeciarum (1 juni 1905). A.S.S. 38 (1905) 65-67 Vgl. Paus Pius XII, Toespraak, Tot de parochianen van S. Saba (11 jan 1953), 39-45 Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Toespraak, Castel Gandolfo, Tot de clerus en gelovigen van het diocees Albano (26 aug 1962). AAS 54 (1962), pp. 656-660 De leken moeten leren om in de parochie nauw samen te werken met hun priesters; Vgl. Paus Leo XIII, Toespraak, Toespraak (28 jan 1894). Acta 14 (1894) 424-425 zij moeten hun eigen problemen en die van de wereld en de vragen, die het heil van de mensen betreffen, onder de aandacht brengen van de kerkgemeenschap om deze in gezamenlijk overleg te bestuderen en op te lossen. Zij moeten tenslotte ieder apostolisch en missionair initiatief van hun eigen kerkgemeenschap naar vermogen steunen.
Laten zij intens meeleven met het diocees, waarvan de parochie als het ware een cel is, steeds bereid om op verzoek van hun bisschop hun krachten te wijden aan de diocesane initiatieven. Om tegemoet te komen aan de noden van de grote steden en het platteland Vgl. Paus Pius XII, Toespraak, Tot de pastoors en vastenpredikers, Ancora Sotto Il Peso (6 feb 1951), 22-26 Vgl. Paus Pius XII, Toespraak, Tot de pastoors en vastenpredikers (8 mrt 1952). Discorsi e Radiomessaggi di S.S. Pio XII, 5-10 Vgl. Paus Pius XII, Toespraak, Tot de pastoors en vastenpredikers (27 mrt 1953) Vgl. Paus Pius XII, Toespraak, Tot de pastoors en vastenpredikers (28 feb 1954) zullen zij hun medewerking niet beperken tot de parochie of het bisdom, maar deze ook uitstrekken tot het interparochiële, het interdiocesane, het nationale of internationale vlak. Dit is des te meer noodzakelijk, omdat de steeds toenemende migratie van de mensen, het groeiende onderlinge contact en de gemakkelijkheid van communicatie het niet veroorloven, dat een of ander deel van de samenleving zich in zichzelf opsluit. Zij moeten zorg hebben voor de belangen van het volk Gods over heel de wereld. Vooral moeten zij hart hebben voor het missiewerk door het verlenen van stoffelijke en ook van persoonlijke hulp. Want het is voor de christenen een plicht en een eer, aan God een gedeelte terug te geven van de goederen, die zij van Hem ontvangen.