Paus Franciscus - 1 november 2016
Bij het einde van deze viering houd ik er aan Mgr. Anders Arborelius, bisschop van Stockholm, te danken voor zijn vriendelijke woorden en ook de Autoriteiten voor hun inzet en allen die hebben bijgedragen tot de voorbereiding en realisatie van dit bezoek.
Ik groet hartelijk de voorzitter en de secretaris-generaal van de Lutherse Wereld Federatie en de Aartsbisschop van de Zweedse kerk. Ik groet de leden van de oecumenische afvaardigingen en het Diplomatiek Corps dat bij dit gebeuren aanwezig is; en allen die zich bij ons hebben aangesloten in deze Eucharistische viering.
Ik dank God omdat Hij de gelegenheid geschonken heeft naar dit land te komen en jullie te ontmoeten, waaronder velen uit verschillende delen van de wereld komen. Als katholieken zijn we een deel van een groot gezin, gedragen door eenzelfde verbondenheid. Ik moedig jullie aan je geloof te beleven door gebed, sacramenten en edelmoedige dienstbaarheid aan allen die hulpbehoevend zijn en lijden. Ik spoor jullie aan zout en licht te zijn in de context waarin jullie leven, door jullie wijze van zijn en doen, volgens de stijl van Jezus en met grote eerbied en solidariteit ten aanzien van de broers en zussen van de andere kerken en christelijke gemeenschappen en tegenover alle mensen van goede wil.
In ons leven zijn we nooit alleen, steeds krijgen we hulp van de Maagd Maria, die we vandaag eren als eerste onder de Heiligen, de eerste leerlinge van de Heer. We vertrouwen ons toe aan haar bescherming en brengen onze pijn en onze vreugde, onze angst en ons verlangen bij haar. Alles stellen we onder haar bescherming, vanuit de zekerheid dat zij naar ons kijkt en voor ons zorgt met moederliefde.
Dierbare broeders, ik vraag u vergeet niet voor mij te bidden. Ook ik houd u aanwezig in mijn gebed.
Laten we nu allen de Maagd groeten door het bidden van het Angelus.