Maar ook al ware het socialisme, ten opzichte van klassenstrijd en het eigendom, inderdaad zó gematigd en gelouterd, dat er in dit opzicht niets meer in af te keuren was, wat dan nog? Heeft het dan daarmee in eens zijn antichristelijk karakter afgelegd? Deze vraag houdt velen in onzekerheid. En men ziet zeer vele katholieken, die er diep van overtuigd zijn, dat de christelijke beginselen nooit mogen prijsgegeven worden of vervlakt, hun blikken naar deze H. Stoel richten, met aandrang vragend, dat wij een beslissend antwoord zullen geven op de vraag, of dit socialisme zodanig van zijn valse leerstellingen is teruggekomen, dat het, zonder opoffering van welk christelijk beginsel ook, aanvaard, en, om zo te zeggen, gekerstend kan worden. Om aan deze katholieken, overeenkomstig onze vaderlijke bezorgdheid, tegemoet te komen, verklaren wij : hetzij men het socialisme beschouwt als stelsel, of als historisch verschijnsel, of als beweging, zolang het het echte socialisme blijft, is het, ook nadat het in genoemde opzichten tegemoet kwam aan de waarheid en de rechtvaardigheid, onverenigbaar met de leerstellingen der katholieke Kerk, omdat de opvatting, die het heeft van de maatschappij, lijnrecht in strijd is met de christelijke waarheid.
