Paus Franciscus - 26 oktober 2016
Dierbare broeders en zusters, goedendag!
We gaan verder met nadenken over de lichamelijke werken van barmhartigheid die de Heer Jezus ons geschonken heeft om ons geloof altijd levend en dynamisch te houden. Deze werken maken, inderdaad, duidelijk dat christenen niet moe en lui zijn bij het wachten op de finale ontmoeting met de Heer, maar elke dag gaan ze Hem tegemoet door zijn gelaat te herkennen in dat van de vele mensen die hulp vragen. Vandaag staan we stil bij dit woord van Jezus: “Ik was vreemdeling en gij hebt Mij opgenomen, Ik was naakt en gij hebt Mij gekleed” (Mt. 25,35-36). Op onze dagen is het werk in verband met de buitenlanders meer dan ooit actueel. De economische crisis, de gewapende conflicten en de klimaatveranderingen dwingen vele mensen tot emigratie. Migraties zijn evenwel geen nieuw verschijnsel maar maken deel uit van de mensengeschiedenis. Het getuigt van historisch geheugenverlies te denken dat ze eigen zijn aan onze tijd.
De Bijbel vertelt ons veel concrete voorbeelden van migratie. Denk aan Abraham. De roeping door God brengt hem ertoe zijn land te verlaten om naar een ander te gaan: “Trek weg uit uw land, uw stam en ouderlijk huis, naar het land dat Ik u zal aanwijzen” (Gen. 12, 1). Dat was ook het geval voor het volk Israël, dat vanuit Egypte, waar het in slavernij was, gedurende veertig jaar in de woestijn op weg was naar het door God beloofde land. De heilige Familie zelf – Maria, Jozef en de kleine Jezus – werd tot emigratie gedwongen om te ontsnappen aan de bedreiging van Herodes: “Jozef stond op en nam nog die nacht met het kind en zijn moeder de wijk naar Egypte, en bleef daar tot de dood van Herodes” (Mt. 2, 14-15). De mensengeschiedenis is een geschiedenis van migratie: er is geen volk, op welke breedtegraad ook, dat het verschijnsel van de migratie niet heeft gekend.
In de loop van de tijden hebben we op dit vlak sterke vormen van solidariteit meegemaakt, ook al bleven sociale spanningen niet uit. Vandaag echter, brengt de context van de economische crisis spijtig genoeg vormen van geslotenheid en onontvankelijkheid mee. Op sommige plaatsen in de wereld worden muren en versperringen opgericht. Soms lijkt het er op dat het stille werk van veel mannen en vrouwen die, op verschillende wijzen, zich inzetten om vluchtelingen en migranten te helpen en bij te staan, op de achtergrond verdwijnt door het lawaai van anderen die stem geven aan een instinctmatig egoïsme. Afsluiting is geen oplossing, integendeel, ze bevordert misdadige handelspraktijken. De enige oplossing is solidariteit. Solidariteit met de migrant, solidariteit met de buitenlander.
Vandaag zoals vroeger is de inzet van christenen op dit terrein dringend. Kijken we naar de voorbije eeuw dan herinneren we ons de uitzonderlijke figuur van de heilige Francesca Cabrini, die haar leven samen met haar gezellinnen wijdde aan de migranten naar de Verenigde Staten van Amerika. Ook vandaag hebben we nood aan dergelijke getuigenissen zodat de barmhartigheid de velen kan bereiken die in nood zijn. Het is een inzet van allen, niemand uitgesloten. Bisdommen, parochies, instituten van godgewijd leven, verenigingen en bewegingen en ook individuele christenen, allen zijn we geroepen om de broeders en zusters bij te staan die vluchten voor oorlog, honger, geweld en mensonwaardige leefomstandigheden. Samen zijn we sterk om hen te ondersteunen die vaderland, gezin, werk en waardigheid hebben verloren. Enkele dagen geleden gebeurde hier in de stad dit kleine verhaal. Een vluchteling zocht de weg en een dame kwam naderbij en vroeg: “Zoek je iets?”. Die vluchteling was blootvoets. Hij zei: “Ik zou graag naar Sint-Pieter gaan om door de heilige Deur binnen te gaan”. De dame dacht: “Maar hoe ga je dat doen zonder schoenen?” Ze riep een taxi. Die vluchteling stonk en de bestuurder van de taxi wilde hem haast niet meenemen. Uiteindelijk stond hij het toe. En de dame naast die vluchteling ondervroeg hem over zijn geschiedenis van vluchteling en migrant. De reis duurde tien minuten om tot hier te komen. Die man vertelde zijn verhaal van lijden, oorlog, honger en waarom hij uit zijn land was gevlucht om naar hier uit te wijken. Bij aankomst opende de dame haar geldbeugel om de taxi te betalen. De taxibestuurder die die stinkende migrant eerst niet wilde meenemen, zei aan de dame: “Neen, mevrouw, ik moet u betalen, omdat u mij een verhaal hebt laten horen dat mijn hart veranderd heeft”. Die dame kende het lijden van de migrant want zijzelf was van Armeense afkomst en kende het lijden van haar volk. Wanneer wij zo iets doen, staan we eerst weigerachtig want het is vervelend, “het stinkt…”Uiteindelijk doet zo’n verhaal onze ziel geuren en verandert het ons. Denk aan dit verhaal en denk na over wat wij kunnen doen voor de vluchtelingen.
De andere kwestie kleden wie naakt is: dat wil niets anders zeggen dan waardigheid teruggeven aan wie ze verloren heeft. Zeker door kleding te geven aan wie er geen heeft; maar denken we ook aan de vrouwen die slachtoffer van mensenhandel zijn en op straat gegooid worden of aan de andere, veel te talrijke manieren om het menselijk lichaam als handelswaar te gebruiken, denken we aan de minderjarigen. Hetzelfde geldt voor wie geen werk heeft, geen huis, geen rechtvaardig inkomen, dat is een vorm van naaktheid of gediscrimineerd worden omwille van ras of geloof dat zijn allemaal vormen van “naaktheid”, waaraan wij Christenen geroepen zijn aandacht te besteden, waakzaam te zijn en snel in te grijpen.
Dierbare broeders en zusters, laat ons niet in de val trappen door op onszelf terug te plooien, onverschillig voor de behoeften van de broeders en alleen begaan met onze eigen belangen. Het is precies door open te staan voor anderen dat het leven vruchtbaar wordt, dat de samenlevingen vrede terugkrijgen en mensen opnieuw hun volle waardigheid vinden. Vergeet die dame niet, vergeet die migrant niet die stonk en vergeet niet de taxibestuurder waarvan de migrant het hart had veranderd.