
Georgius A. Kard. Medina Estévez - 20 september 1997
De wetgeving voorziet in de mogelijkheid om de datum waarop sommige hoogfeesten worden gevierd, te veranderen, nl.: Openbaring van de Heer, Hemelvaart en Sacramentsdag. Wanneer dit geen verplichte feestdagen meer zijn, worden zij verplaatst naar de dichtstbijzijnde zondag. Congregatie voor de Riten, Algemene normen voor het liturgisch jaar en de algemene Romeinse kalender, Normae universalis de Anno liturgico et de Calendarium Romanum (21 mrt 1969), 7 Ook het hoogfeest van de H. Jozef kan, wanneer het geen verplichte feestdag is, worden verplaatst buiten de veertigdagentijd, indien de bisschoppen dit wenselijk achten. Congregatie voor de Riten, Algemene normen voor het liturgisch jaar en de algemene Romeinse kalender, Normae universalis de Anno liturgico et de Calendarium Romanum (21 mrt 1969), 56 Wat betreft het hoogfeest van Allerheiligen zou er, bijvoorbeeld, een gegronde reden tot verplaatsing kunnen zijn, als het daardoor samenvalt met een dag die beter harmonieert met de plaatselijke cultuur. Vgl. Congregatie voor de Goddelijke Eredienst, Over de herziening van de particuliere en eigen kalenders voor het Officie en de Mis, De Calendaria Particularia atque Officiorum et Missarum Propriis recognoscendis (24 juni 1970), 36 Buiten deze gevallen dient men vast te houden aan de data van de Algemene kalender en moet doorgaans het liturgische jaar met grote zorg behouden worden, en m.n. het eigen karakter van de zondag als "dag van de Heer", waarop de Kerk het lijden en sterven, de verrijzenis en de heerlijkheid van de Heer Jezus gedenkt. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 106