H. Paus Johannes Paulus II - 26 maart 2000
Het pad van de geschiedenis van de verlossing volgend, als verhaald in het Credo van de apostelen, heeft mijn jubileumspelgrimage mij naar het Heilig Land gebracht. Van Nazareth, waar Jezus was ontvangen door de Heilige Maagd door de kracht van de Heilige Geest, ben ik tot Jeruzalem gekomen, waar Hij "heeft geleden onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven". Hier, in de Heilige Grafkerk, kniel ik voor de plaats waar Hij was begraven: "Kijk, dit is de plaats waar men Hem neergelegd had" (Mc. 16, 6).
Het graf is leeg . Het is een stille getuige van de centrale gebeurtenis van de menselijke geschiedenis: de Verrijzenis van onze Heer Jezus Christus. Gedurende bijna tweeduizend jaar draagt het lege graf de getuigenis van de overwinning van het Leven over dood. Met de apostelen en de Evangelisten, met de Kerk van alle tijd en plaats, dragen ook wij getuigenis uit en verkondigen: "Christus is verrezen! Verrezen van de dood zal Hij niet meer sterven; de dood heeft geen macht meer over Hem" Vgl. Rom. 6, 9 .
"Mors et vita duello conflixere mirando; dux vitae mortuus, regnat vivus"
Vert.: Dood en leven, zij strijden in een wondere tweekamp : de Heer van 't leven stierf en heerst levend. (Sequentia van Pasen Victimae Pascali.
De Heer van het Leven was dood; nu regeert Hij, zegevierend over de dood, de bron van eeuwigdurend leven voor allen die geloven.
Hier waar onze Heer Jezus Christus stierf om de verstrooide kinderen van God samen te brengen (Joh. 11, 52), moge de Vader van alle Genade onze wens versterken om eenheid en vrede onder allen die de gave van nieuw leven door het reddende water van de Doop hebben ontvangen.
"Breekt deze tempel af en in drie dagen zal Ik hem doen herrijzen" (Joh. 2, 19).
De Evangelist Johannes vertelt ons dat, nadat Jezus uit de doden was opgestaan, de leerlingen zich deze woorden herinnerden en geloofden Vgl. Joh. 2, 22 . Jezus had deze woorden gesproken, opdat ze een teken zouden zijn voor zijn leerlingen. Toen Hij en de leerlingen de tempel bezochten dreef Hij de geldwisselaars en de verkopers uit de heilige plaats. Vgl. Joh. 2, 15 . Toen de aanwezigen protesteerden met de woorden: "Wat voor teken kunt Gij ons laten zien, dat Gij dit doen moogt?". Antwoordde Jezus: . "Breekt deze tempel af en in drie dagen zal Ik hem doen herrijzen." De Evangelist merkt op dat Jezus "sprak over de tempel van Zijn lichaam" (Joh. 2, 18-21).
De profetie vervat in Jezus' woorden werd vervuld met Pasen, toen "Hij op de derde dag verrees uit de doden". De Verrijzenis van onze Heer Jezus Christus is het teken dat de Eeuwige Vader getrouw is aan Zijn belofte en nieuw leven brengt door de dood: "de verrijzenis van het lichaam en het eeuwig leven". Het mysterie is duidelijk weerspiegeld in de oude kerk van de Anastasis (Grafkerk) die zowel het lege graf - het teken van de Verrijzenis - bevat, als Golgotha -de plaats van de Kruisiging. Het goede nieuw van de Verrijzenis kan nooit gescheiden worden van het mysterie van het Kruis. Sint Paulus vertelt ons in de Tweede Lezing van vandaag: "Wij verkondigen een gekruisigde Jezus" (1 Kor. 1, 23). Christus, die Zichzelf offerde als een avondoffer op het altaar van het kruis Vgl. Ps. 141, 2 , heeft zich nu geopenbaard als Gods kracht en Gods wijsheid (1 Kor. 1, 24). En door Zijn Verrijzenis zijn de zonen en dochters van Adam deelgenoot geworden in het goddelijke leven die van Hem was in alle eeuwigheid, met de Vader, in de Heilige Geest.
"Ik ben Jahwe uw God, die u hebt weggeleid uit Egypte, het slavenhuis" (Ex. 20, 2).
De Liturgie van vandaag in de Veertigdagentijd houdt ons het Verbond voor wat God heeft gesloten met Zijn mensen op de berg Sinaï, toen Hij de Tien Geboden van de Wet aan Mozes gaf. Sinaï vertegenwoordigt de tweede etappe van de grote pelgrimstocht van geloof die begon toren God tot Abraham zei: "Trek weg uit uw land, uw stam en uw familie, naar het land dat Ik u aan zal wijzen" (Gen. 12, 1).
De Wet en het Verbond zijn de bezegeling van de belofte aan Abraham gedaan. Door de Tien Geboden en de morele wet geschreven in het menselijk hart Vgl. Rom. 2, 15 , daagt God radicaal de vrijheid van ieder mens uit. Om te antwoorden aan Gods stem die weerklinkt in de diepte van ons geweten en het goede te kiezen is het hoogste gebruik van de menselijke vrijheid. Het is, in eigenlijke zin, de keuze maken tussen leven en dood Vgl. Deut. 30, 15 .
Door de weg van het Verbond met de Allerheilige God te lopen, werden mensen dragers en getuigen van de belofte, de belofte van de oprechte vrijheid en volheid van leven.
De Verrijzenis van Jezus is de definitieve bezegeling van alle beloftes van God, de geboorteplaats van een nieuw, verrezen mensheid, het onderpand van een geschiedenis die gekenmerkt wordt door de Messiaanse giften van vrede en geestelijke vreugde. Aan het begin van een nieuw millennium kunnen en behoren Christenen naar de toekomst te kijken met een standvastig vertrouwen in de glorievolle kracht van de Verrezene om alle dingen nieuw te maken. Vgl. Openb. 21, 5 . Hij is Degene die de mens bevrijdt van zijn zinloos bestaan Vgl. Rom. 8, 20 . Door Zijn Verrijzenis opent Hij de weg naar de Grote Sabbat, de Achtste Dag, wanneer de pelgrimstocht der mensheid tot zijn einde komt en God alles in alles zal zijn Vgl. 1 Kor. 15, 28 .
Hier in de Heilige Grafkerk en Golgotha waar we onze geloofsgetuigenis in de Verrezen Heer vernieuwen, kunnen we niet twijfelen dat door de macht van de Geest van Leven ons de kracht gegeven zal worden om onze verdeeldheid te overwinnen en gezamenlijk te werken aan een toekomst van verzoening, eenheid en vrede. Hier, beter dan in welke plaats dan ook, horen we de Heer nog eens tot zijn leerlingen zeggen: "Weest niet bang, Ik heb de wereld overwonnen (Joh. 16, 33).
"Mors et vita duello conflixere mirando; dux vitae mortuus, regnat vivus"
Stralend met de glorie van de Geest is de Verrezen Heer het Hoofd van de kerk, zijn Mystieke Lichaam. Hij ondersteunt haar in haar zending het Evangelie van Redding te verkondigen aan alle mannen en vrouwen van elke generatie, totdat Hij terugkeert in glorie!
Op deze plaats, waar de Verrijzenis het eerst bekend werd gemaakt aan de vrouwen en daarna aan de Apostelen, doe ik een dringend beroep aan alle leden van de Kerk om hun gehoorzaamheid aan Gods gebod het Evangelie naar alle plekken op aarde te brengen te vernieuwen. Aan het begin van het nieuwe millennium is er grote behoefte om van de daken het Goede Nieuws te verkondigen dat "God de wereld zozeer heeft liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat al wie in Hem gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben" (Joh. 3, 16).
"Heer, Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven" (Joh. 6, 68). Vandaag, als de onwaardige opvolger van Petrus, wens ik deze woorden te herhalen nu we het Eucharistisch Offer vieren op deze meeste gewijde plaats op aarde. Met heel de verloste mensheid, maak ik mij deze woorden eigen die Petrus, de vissersman sprak tot Jezus, de Zoon van de levende God: "Heer, naar wie zouden wij gaan? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven".
Jezus Christus is verrezen! Hij is waarlijk verrezen! Amen.