De grote betekenis van opvoeding in het leven van de mens en haar steeds sterkere in vloed op die sociale vooruitgang van onze tijd zijn voor het heilig Oecumenisch Concilie een voorwerp van aandachtige bezinning.
Onder de talrijke documenten, die de betekenis van de opvoeding belichten, zie vooral: Paus Benedictus XV, Apostolische Brief Vommuns Litteras van 10 april 1919: A.A.S. 11 (1919) 172 (Eccl. Doc. 0133, bladz. 61-62, nn. 8-9); Paus Pius XII, Toespraak van 20 april 1946 tot de jeugd van de Italiaans Katholieke Actie: Discorsi e Radiomessaggi XIII, 53-57; Toespraak van 18 september 1951 tot Franse huisvaders: A.A.S. 43 (1951) 730-734 (Eccl. Doc. 0189, bladz. 94-103); Johannes XXIII, Boodschap van 30 december 1959 bij de dertigste verjaardag van de encycliek Divini illius Magistri: A.A.S. 52 (1960) 57-59; Paulus VI, Toespraak van 30 december 1963 tot de leden van de F.I.D.A.E. (Federatie van Instituten die afhankelijk zijn van de kerkelijke overheid): Encicliche e Discorsi di S.S. Paolo VI, I, Roma 1964, 601-603; Zie verder de Acta et Documenta Concilio Oecumenico Veticano II apparando, series I, Antepraeparatoria, bol III, pp. 363-364, 370-371, 373-374. Paus Pius XI, Encycliek, Over de christelijke opvoeding, Divini illius Magistri (31 dec 1929) Inderdaad de opvoeding van de jeugd en zelf een voortgezette vorming van volwassen is tengevolge van de moderne tijdsomstandigheden gemakkelijker geworden, maar van de andere kant ook meer noodzakelijk. Want de mensen zij zich dieper bewust van hun waarheid en verantwoordelijkheid, en daarom verlangen ze steeds meer actief deel te nemen aan het sociale leven, vooral op economisch en politiek gebied.
Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Moderne ontwikkeling van het sociale leven en de christelijke beginselen, Mater et Magistra (15 mei 1961), 37-40.47-49.75-77 Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963), 121-125 De geweldige vooruitgang van de techniek en het wetenschappelijk onderzoek en de nieuwe communicatiemiddelen geven hun de mogelijkheid, ook vanwege de meer beschikbare vrije tijd, zich gemakkelijker te verdiepen in het geestelijk en cultureel erfgoed en elkaar te verijken door nauwe relaties in vereniging en op internationaal vlak. Daarom zijn wij dan ook, dat er overal initiatieven woorden genomen tot bevordering van het werk van de opvoeding: er worden verklaringen opgesteld omtrent de fundamentele rechten van de mens in het bijzonder van ouders en kinderen met betrekking tot de opvoeding. En deze verklaringen worden in publieke documenten vastgesteld
Zie de Verklaring van de rechten van de mens, die op 10 december 1948 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties is aangenomen; zie ook de Verklaring van de rechten van het kind van 20 november 1959; het aanvullend protocol bij de Conventie tot eerbiediging van de rechten van de mens Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Vrede op aarde, Pacem in Terris (11 apr 1963), 143-145 ; bij het snelle stijgen van het aantal leerlingen worden er steeds meer en steeds beter geoutilleerde scholen gebouwd en worden er nog andere opvoedinginstituten gesticht: de methode van opvoeding en onderricht worden door nieuwe experimenten vervolmaakt: er worden grootse pogingen ondernomen om aan alle mensen de nodige opvoeding en het nodige onderricht te verzekeren, al zijn er nog altijd zeer veel kinderen en jonge mensen, die zelfs het basisonderricht moeten missen, en vele anderen, die verstoken blijven van een harmonische opvoeding, waarin waarheid en liefde beide een plaats krijgen.
Omdat nu onze moeder, de heilige Kerk, voor de vervulling van de opdracht die de goddelijke stichter haar gaf, om nl. het heilsgeheim aan alle mensen te verkondigen en alles in Christus te vernieuwen, zorg moet dragen voor het gehele leven van de mens, ook voor het aardse leven in zover verband houdt met zijn hemelse roeping Vgl. H. Paus Johannes XXIII, Encycliek, Moderne ontwikkeling van het sociale leven en de christelijke beginselen, Mater et Magistra (15 mei 1961), 1-5 Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 17 , heeft zij eigen taak bij de vooruitgang en de uitbouw van de opvoeding. Daarom stelt de heilige synode enkele fundamentele beginselen op aangaande de christelijke opvoeding, vooral op scholen; deze beginselen zullen door een bijzondere postconciliaire commissie nader worden uitgewerkt en door de bisschoppenconferenties worden toegepast op de verschillende plaatselijke situaties.