28 oktober 1965
Zij moeten er daarom steeds voor werken, dat de gelovigen door de Eucharistie dieper doordringen in de kennis van het Paasmysterie en dit leren beleven, om zo één hecht verbonden Lichaam te vormen in de eenheid van Christus’ liefde. Vgl. Paus Pius XII, Encycliek, Over de Heilige Liturgie, Mediator Dei et hominum (20 nov 1947) Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de leer en de verering van de Heilige Eucharistie, Mysterium Fidei (3 sept 1965) "Zich wijdend aan het gebed en de bediening van he woord" (Hand. 6,4.), moeten zij ernaar streven, dat al hun diocesanen eensgezind zijn in het gebed Vgl. Hand. 1, 14 Vgl. Hand. 2, 46 , groeien in de genade door het ontvangen van de Sacramenten en trouwe getuigen zijn van de Heer. Omdat zij de gelovigen tot de volmaaktheid moeten voeren, zullen de bisschoppen hun geestelijkheid, de religieuzen en de leken tot heiligheid trachten te brengen volgens ieders bijzondere roeping Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 44-45, in het besef dat zij de plicht hebben om zelf een voorbeeld van heiligheid te zijn door liefde, nederigheid en eenvoud van leven. Zij zullen de hun toevertrouwde Kerken zozeer trachten te heiligen, dat de geest van de universele Kerk van Christus daarin volledig tot uitdrukking komt. Daarom moeten zij de roepingen tot het priesterschap en het kloosterleven zo krachtig mogelijk stimuleren, met een bijzondere aandacht voor de roeping tot missionaris.