• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Bij de uitoefening van hun heiligende taak zullen de bisschoppen voor ogen houden, dat zij uit de mensen zijn genomen en voor de mensen worden aangesteld ten behoeve van hun verhouding tot God, om gaven en offers op te dragen voor de zonden. De bisschoppen bezitten immers de volheid van het Wijdingssacrament. Zowel de priesters, de eveneens gewijd tot echte priesters van het nieuwe verbond om zorgzame medewerkers te kunnen zijn van het te kunnen zijn van het Episcopaat, alsook de diakens, die krachtens hun wijding tot dienstbetoon, in gemeenschap met de bisschop te en zijn priestercollege ter beschikking staan van het volk Gods, zijn in de uitoefening van hun macht afhankelijk van de bisschoppen. De bisschoppen zelf zijn dus de voornaamste beheerders van Gods geheimen, en in de hun toevertrouwde Kerk zijn zij het, die heel het liturgisch leven regelen, bevorderen en er een waakzaam oog op houden. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 22-25 Vgl. H. Paus Paulus VI, Motu Proprio, Over het van kracht worden van bepaalde voorschriften van de Constitutie over de Heilige Liturgie, door het Tweede Vaticaans Concilie goedgekeurd, Sacram Liturgiam (25 jan 1964)

Zij moeten er daarom steeds voor werken, dat de gelovigen door de Eucharistie dieper doordringen in de kennis van het Paasmysterie en dit leren beleven, om zo één hecht verbonden Lichaam te vormen in de eenheid van Christus’ liefde. Vgl. Paus Pius XII, Encycliek, Over de Heilige Liturgie, Mediator Dei et hominum (20 nov 1947) Vgl. H. Paus Paulus VI, Encycliek, Over de leer en de verering van de Heilige Eucharistie, Mysterium Fidei (3 sept 1965) "Zich wijdend aan het gebed en de bediening van he woord" (Hand. 6,4.), moeten zij ernaar streven, dat al hun diocesanen eensgezind zijn in het gebed Vgl. Hand. 1, 14 Vgl. Hand. 2, 46 , groeien in de genade door het ontvangen van de Sacramenten en trouwe getuigen zijn van de Heer. Omdat zij de gelovigen tot de volmaaktheid moeten voeren, zullen de bisschoppen hun geestelijkheid, de religieuzen en de leken tot heiligheid trachten te brengen volgens ieders bijzondere roeping Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 44-45, in het besef dat zij de plicht hebben om zelf een voorbeeld van heiligheid te zijn door liefde, nederigheid en eenvoud van leven. Zij zullen de hun toevertrouwde Kerken zozeer trachten te heiligen, dat de geest van de universele Kerk van Christus daarin volledig tot uitdrukking komt. Daarom moeten zij de roepingen tot het priesterschap en het kloosterleven zo krachtig mogelijk stimuleren, met een bijzondere aandacht voor de roeping tot missionaris.

Bij de uitoefening van hun taak als vader en herder behoren de bisschoppen temidden van hun gelovigen te zijn als mensen, die dienen Vgl. Lc. 22, 26-27 ; als goede herders, die hun schapen kennen en door dezen worden gekend; als echte vaders, die zich kenmerken door een geest van liefde en bezorgdheid jegens allen, zodat allen zich graag onderwerpen aan het hun door God geschonken gezag. Laten zij heel hun kudde als een gezin rond zich verenigen en haar zulk een vorming geven, dat allen, in het besef van hun plichten, leven en werken in een gemeenschap van liefde.

Om dit doel inderdaad te kunnen verwezenlijken moeten de bisschoppen, "voor elk goed werk geschikt" (2 Tim. 2, 21) en "bereid, alles te verdragen ter wille van de uitverkorenen" (2 Tim. 2, 10), hun leven zo inrichten, dat het beantwoordt aan de eisen van onze tijd.

Zij dienen de priesters altijd met bijzondere liefde te behandelen, omdat dezen hun aandeel hebben in de taken en de zorg van de bisschop en zich hiervoor met dagelijkse zorg en ijver inzetten. Zij zullen hen beschouwen als zonen en vrienden Vgl. Joh. 15, 15 , en daarom bereid zijn, naar hen te luisteren, en zij moeten vertrouwelijk met hen omgaan om zo volledige pastorale activiteit in heel het diocees te bevorderen.

Zij moeten de geestelijke, intellectuele en stoffelijke belangen van hun priesters terdege behartigen, opdat deze in een heilig en vroom leven hun ambt getrouw en met vrucht kunnen vervullen. Daarom moeten zij instellingen en bijzondere bijeenkomsten organiseren, waarin de priesters af en toe samenkomen, hetzij voor ietwat langere geestelijke oefeningen tot levensvernieuwing, hetzij om een diepere kennis op te doen van de kerkelijke wetenschappen, vooral van de heilige Schrift en de theologie, van meer belangrijke sociale kwesties en van nieuwe methoden van zielzorg. Met barmhartigheid en daadwerkelijk hulp zullen zij de priesters opvangen, die hoe dan ook in gevaar verkeren of in bepaalde punten zwak zijn geweest.

Willen de bisschoppen het welzijn van de gelovigen volgens ieders situatie beter kunnen dienen, dan moeten zij zich een juist beeld trachten te vormen van hun noden, gezien tegen de sociale achtergrond ervan, en dit met de geëigende middelen, vooral door een sociale enquête. Voor allen moeten zij zich geïnteresseerd tonen, voor mensen van elke leeftijd, stand en nationaliteit, inwoners van het eigen diocees, mensen, die er nog maar kort verblijven, en vreemdelingen. Bij hun herderlijk bestuur moeten zij het aandeel, dat hun gelovigen in kerkelijke zaken toekomt, eerbiedigen, ook door een loyale erkenning van hun plicht en van hun recht, om actief mee te werken aan de opbouw van het mystieke Lichaam.

De gescheiden broeders zullen zij met liefde bejegenen en de gelovigen aansporen, hen met grote tegemoetkoming en genegenheid te behandelen; daarbij zullen zij ook de oecumenische beweging, gelijk de Kerk die opvat, bevorderen. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over de oecumene, Unitatis Redintegratio (21 nov 1964). Ook de niet-gedoopten moeten zij zich aantrekken om ook voor hen de liefde van Christus Jezus zichtbaar te maken. De bisschoppen zijn immers Christus’ getuigen voor alle mensen.

Document

Naam: CHRISTUS DOMINUS
Over het herderlijk ambt van de bisschoppen in de Kerk
Soort: 2e Vaticaans Concilie - Decreet
Datum: 28 oktober 1965
Copyrights: © 1968, Ecclesia Docens 0750, uitg. Gooi & Sticht, Hilversum
Vert.: Dr. M. Mulders C.ss.R. en Dr. J. Kahmann C.ss.R.
Bewerkt: 1 september 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Inhoudsopgave van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test