Paus Pius XI - 31 december 1929
Het eigen en onmiddellijk doel der christelijke opvoeding is: de medewerking met de goddelijke genade bij de vorming van den waren en volmaakten christen, d.w.z. de vorming van Christus zelf in degenen die door het doopsel herboren zijn, volgens de aanschouwelijke uitdrukking van den Apostel: "Mijn kinderkens, voor wie ik opnieuw barensweeën moet lijden, eer Christus in u is gevormd." (Gal. 4, 19) Want de ware christen moet het bovennatuurlijk leven in Christus leven: "Christus, die uw leven is" (Kol. 3, 4), en het in al zijn handelingen openbaren: "opdat ook het leven van Jesus door ons sterfelijks vlees wordt geopenbaard." (2 kor. 4, 11)