
Gerhard Ludwig Kard. Müller, prefect - 15 mei 2016
Zowel vóór als na het Tweede Vaticaans Concilie zijn er talrijke kerkelijke verenigingen ontstaan die een grote bron vormen voor de vernieuwing van de Kerk en de noodzakelijke “pastorale en missionaire bekering” Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 25 van heel het kerkelijke leven. Bij de waarde en de rijkdom van alle traditionele, door bijzondere doeleinden gekenmerkte vormen van organisatie, voegen zich evenals die van de Instituten van Gewijd Leven en de Sociëteiten van Apostolisch Leven, ook recentere vormen die kunnen worden omschreven als verenigingen van gelovigen, kerkelijke bewegingen en nieuwe gemeenschappen, waarbij onderhavig document blijft stilstaan. Zij kunnen niet eenvoudigweg worden begrepen als een zich vrijwillig zich verenigen van personen om een bijzonder doel van religieuze of maatschappelijke aard na te streven. Het karakter van “beweging” onderscheidt hen in het kerkelijke panorama als sterk dynamische groeperingen die in staat zijn een bijzondere aantrekkingskracht voor het Evangelie op te wekken en een voorstel van christelijk leven aan de hand te doen dat ernaar streeft globaal te zijn door ieder aspect van het menselijk bestaan te omvatten. Het zich verenigen van gelovigen als een intens delen van het bestaan om het geloofsleven, de hoop en de liefde te doen groeien brengt goed de kerkelijke dynamiek tot uitdrukking als mysterie van gemeenschap voor de zending en manifesteert zich als een teken van eenheid van de Kerk in Christus. In die zin streven deze kerkelijke verenigingen, voortgekomen uit een gedeeld charisma, ernaar als doel “het algemeen apostolaat van de Kerk” 2e Vaticaans Concilie, Decreet, Over het lekenapostolaat, Apostolicam Actuositatem (18 nov 1965), 19 te hebben. In dit perspectief stellen verenigingen van gelovigen, kerkelijke bewegingen en nieuwe gemeenschappen vernieuwde vormen voor van het volgen van Christus: hierin kunnen de communio cum Deo en de communio fidelium worden verdiept door in de nieuwe maatschappelijke contexten de aantrekkingskracht van de ontmoeting met de Heer Jezus en de schoonheid van het christelijk bestaan, dat in zijn totaliteit wordt beleefd, in te brengen. In deze werkelijkheden komt ook een bijzondere vorm van zending en getuigenis tot uitdrukking, die erop is gericht zowel een levend bewustzijn van de eigen christelijke roeping als vaste wegen van christelijke vorming en trajecten van evangelische vervolmaking te begunstigen en te ontwikkelen. Aan deze vormen van vereniging kunnen al naar gelang de verschillende charisma’s gelovigen met een verschillende levensstatus deelnemen (leken, gewijde bedienaren en Godgewijde personen) en zo laten zij de veelvoudige rijkdom van de kerkelijke gemeenschap zien. Het sterke verenigende vermogen van die groeperingen is een veel betekenend getuigenis van hoe de Kerk niet groeit “door prosilitisme”, maar “door aantrekkingskracht”. Paus Franciscus, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de verkondiging van het Evangelie in de wereld van vandaag - Naar aanleiding van de Bisschoppensynode 2012 over de nieuwe evangelisatie, Evangelii Gaudium (24 nov 2013), 14 Vgl. Paus Benedictus XVI, Toespraak, Opening van de 5e Algemene Vergadering van Bisschoppen van Latijns-Amerika en het Caraïbisch Gebied (13 mei 2007), 2
Toen Johannes Paulus II zich richtte tot de vertegenwoordigers van de bewegingen en de nieuwe gemeenschappen, herkende hij in hen een “providentieel antwoord” H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Wereldcongres 1998 van kerkelijke bewegingen en nieuwe gemeenschappen (30 mei 1998), 7, opgewekt door de Heilige Geest met het oog op de noodzaak het Evangelie op overtuigende wijze in heel de wereld te verkondigen, gelet op de grote processen van verandering die op wereldniveau aan de gang zijn en vaak worden gekenmerkt door een sterk geseculariseerde cultuur. Dit zuurdeeg van de Geest heeft in de Kerk een onverwachte en soms zelfs explosieve nieuwheid gebracht”. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Wereldcongres 1998 van kerkelijke bewegingen en nieuwe gemeenschappen (30 mei 1998), 6 Dezelfde Paus heeft eraan herinnerd dat voor al deze kerkelijke verenigingen de tijd van “kerkelijke rijping” opengaat, die hun volle waardering en invoeging “in de lokale Kerken en de parochies” met zich meebrengt, “steeds in verbondenheid met de herders en aandachtig lettend op hun aanwijzingen”. H. Paus Johannes Paulus II, Toespraak, Wereldcongres 1998 van kerkelijke bewegingen en nieuwe gemeenschappen (30 mei 1998), 8 Deze nieuwe verenigingen, voor het bestaan waarvan het hart van de Kerk vol vreugde en dankbaarheid is, zijn geroepen op positieve wijze om te gaan met al de andere, in het kerkelijk leven aanwezige gaven.