Gerhard Ludwig Kard. Müller, prefect - 15 mei 2016
In deze context is het nuttig eraan te herinneren hoe verschillend de charismatische gaven onder elkaar kunnen zijn, niet alleen op grond van hun specifieke eigenschappen, maar ook vanwege hun verbreiding in de kerkelijke gemeenschap. De charismatische gaven “worden aan de afzonderlijke personen gegeven, maar kunnen door anderen gedeeld worden; op deze wijze blijven zij in de tijd bestaan als een kostbare en levende erfenis die een bijzondere geestelijke verwantschap tussen de mensen schept”. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de roeping en de zending van de leken in de Kerk, Christifideles laici (30 dec 1988), 24 De relatie tussen het persoonlijke karakter van een charisma en de mogelijkheid eraan deel te hebben brengt een beslissend element van de dynamiek ervan tot uitdrukking, daar het de verhouding betreft die in de kerkgemeenschap persoon en gemeenschap altijd met elkaar verbindt. Vgl. H. Paus Johannes Paulus II, Postsynodale Apostolische Exhortatie, Over de roeping en de zending van de leken in de Kerk, Christifideles laici (30 dec 1988), 29 De charismatische gaven kunnen in de praktijk affiniteit, nabijheid en geestelijke verwantschap voortbrengen, waardoor de charismatische erfenis, te beginnen bij de persoon van de stichter, wordt meegedeeld en verdiept en zo ware geestelijke families doen ontstaan. Kerkelijke verenigingen presenteren zich in hun verschillende vormen als gedeelde charismatische gaven. Kerkelijke bewegingen en nieuwe gemeenschappen laten zien hoe een bepaald oorspronkelijk charisma gelovigen bijeen kan brengen en hen kan helpen de eigen christelijke roeping en de eigen levensstaat ten dienste van de kerkelijke zending ten volle te beleven. De concrete en historische vormen van dit delen kunnen op zich verschillend zijn; en dit is een reden waarom er uit een oorspronkelijk stichtingscharisma verschillende stichtingen kunnen voortkomen, zoals de geschiedenis van de spiritualiteit laat zien.