MAXIMUM ILLUDOver de verkondiging van het geloof over de gehele wereld
(Soort document: Paus Benedictus XV - Apostolische Brief)
Paus Benedictus XV -
30 november 1919
Nog een ander misbruik is er, dat de missionaris met grote zorg moet vermijden, het misbruik nl. om andere winst te willen maken dan zielenwinst. Maar over dit punt behoeven wij niet veel te zeggen. Immers, hoe zou een missionaris, de slaaf is van de hebzucht, zich zoals zijn plicht is, geheel kunnen wijden aan de eer van God, en hoe zal hij in zijn taak om die eer van God te bevorderen, door anderen weer geestelijk gezond te maken, bereid zijn alles zelf zijn leven op te offeren? Bovendien, dat gedrag zou hem veel van zijn invloed bij de ongelovige doe verliezen, vooral wanneer – waar inderdaad ernstig gevaar voor bestaat – zijn hebzucht al tot gierigheid zou zijn overgegaan. De ondeugd der gierigheid immers is het voorwerp der diepste verachting bij de mensen, en de grootste schande voor het rijk van God. Een goede evangelieprediker zal dus ook op dit punt met den grootste ijver het voorbeeld van den apostel der heidenen volgen, wiens vermanend woord is tot Timotheus:
“hebben wij voedsel en kleding, dan moeten wij daarmee ook tevreden zijn” (
1 Tim. 6, 8) net een louter woord is. Want Paulus hechtte zulk een waarde aan de deugd van onbaatzuchtigheid, dat hij, ofschoon geheel in beslag genomen door de zorgen van zijn overdruk apostolaat, toch door handenarbeid zijn levensonderhoud wilde verdienen.
© 1940, Ecclesia Docens 0114, Uitg. Gooi & Sticht, Hilversum