
Robertus Kard. Sarah - 5 juli 2016
NAAR EEN AUTHENTIEKE INTERPRETATIE VAN SACROSANCTUM CONCILIUM Opening van het Internationale Congres Sacra Liturgia UK 2016 |
|||
► | Wat is de Heilige Liturgie? |
Maar we moeten eerst een voorafgaande vraag stellen. Dat is de vraag: "Wat is de Heilige Liturgie?" Want als we het wezen van de Katholieke liturgie, zich onderscheidend van andere christelijke gemeenschappen en van andere religies, begrijpen kunnen we niet hopen de 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Sacrosanctum Concilium
Over de heilige liturgie
(4 december 1963) van het Tweede Vaticaans Concilie te begrijpen of om te komen tot een meer getrouwe toepassing daarvan.
In zijn Motu Proprio "H. Paus Pius X - Motu Proprio
Tra le sollecitudini - Inter sollicitudines
Instructie over de gewijde muziek
(20 november 1903)" (22 november 1903) leert de heilige Paus Pius X dat de "heilige mysteries" en "de openbare plechtige eredienst van de Kerk", dat is de Heilige Liturgie, de "voornaamste en onontbeerlijke bron" zijn voor het verkrijgen van "een ware christelijke geest". St. Pius X roept daarom op tot een werkelijk en vruchtbare deelname aan de kerkelijke liturgische rite door iedereen. Zoals we weten, is de uitnodiging en aansporing herhaald door 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Sacrosanctum Concilium
Over de heilige liturgie
(4 december 1963).
Paus Pius XI verhief zijn stem over ditzelfde onderwerp zo'n 25 jaar later in zijn Apostolische Constitutie "Paus Pius XI - Apostolische Constitutie
Divini Cultus Sanctitatem
Over het gestadig meer bevorderen van de liturgie, de gregoriaanse zang en de gewijde muziek
(20 december 1928)" (20 december 1928), waarin hij leert dat "de liturgie een heilige zaak is. Door haar verheffen wij ons tot God en worden wij met Hem verenigd; door haar belijden wij ons geloof en kwijten wij ons jegens God van de dure plicht van dankbaarheid voor de weldaden en genaden, die wij voortdurend behoeven." Paus Pius XI, Apostolische Constitutie, Over het gestadig meer bevorderen van de liturgie, de gregoriaanse zang en de gewijde muziek, Divini Cultus Sanctitatem (20 dec 1928), 1
Paus Pius XII wijdde een Encycliek, "Paus Pius XII - Encycliek
Mediator Dei et hominum
Over de Heilige Liturgie
(20 november 1947)" (20 november 1947) aan de Heilige Liturgie, waarin hij leerde dat:
"De heilige Liturgie dus de openbare eredienst vormt, die onze Verlosser, het hoofd van de Kerk, aan de hemelse Vader brengt en die de gemeenschap van de gelovigen aan haar Stichter en door Hem aan de eeuwige Vader brengt, en om alles kort uit te drukken: de Liturgie maakt de integrale openbare eredienst uit van het mystieke Lichaam van Jezus Christus, d.i. van het Hoofd en van Zijn ledematen." Paus Pius XII, Encycliek, Over de Heilige Liturgie, Mediator Dei et hominum (20 nov 1947), 20
De Paus leert dat het "wezen en de reden van bestaan van de heilige Liturgie" is dat "zij doelt op de vereniging van onze zielen met Christus en op de heiliging van onze zielen door de goddelijke Verlosser, opdat Christus wordt geëerd en door Hem en in. Hem de Allerheiligste Drie-eenheid." Paus Pius XII, Encycliek, Over de Heilige Liturgie, Mediator Dei et hominum (20 nov 1947), 169
Het Tweede Vaticaans Concilie leert dat door de liturgie "het werk van onze verlossing is voltrokken" 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 2 en dat de liturgie:
"het priesterlijk ambt van Jezus Christus, waarin de heiliging van de mens door uiterlijk waarneembare tekens wordt aangeduid en op de wijze, eigen aan ieder van deze tekens, wordt bewerkt, en waarin door het mystieke Lichaam van Jezus Christus, het Hoofd nl. en Zijn ledematen, de volledige publieke eredienst wordt uitgeoefend.
Daarom is alle liturgie, als zijnde het werk van Christus-Priester en van Zijn Lichaam, dat de Kerk is, bij uitstek heilige handeling; en geen enkele andere handeling van de Kerk evenaart de werkdadigheid ervan op gelijke titel en in gelijke mate." 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 7
Hierop aansluitend leert 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Sacrosanctum Concilium
Over de heilige liturgie
(4 december 1963) dat de liturgie:
"hoogtepunt is, waarop de activiteit van de Kerk zich richt, en tevens de bron, waaruit heel haar kracht voortkomt. Want de apostolische arbeid heeft tot doel, dat allen, door geloof en doopsel kinderen Gods geworden, samenkomen, God prijzen te midden van de kerkgemeenschap, deelnemen aan het offer en eten van de maaltijd des Heren." 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de heilige liturgie, Sacrosanctum Concilium (4 dec 1963), 10
Het zou mogelijk zijn om dit overzicht van de leer van het Magisterium over de aard van de Heilige Liturgie voort te zetten met de leer van de ná-Conciliaire Pausen en van de Catechismus-Compendium
Catechismus van de Katholieke Kerk
(15 augustus 1997). Maar laat ons voor het moment stil houden bij het Concilie. Het is volgens mij overduidelijk dat de Kerk leert dat de katholieke liturgie de unieke bevoorrechte plaats is van het verlossende handelen van Christus in onze huidige wereld, door middel van werkelijke participatie waarin wij Zijn genade en kracht ontvangen die zo nodig zijn voor onze volharding en groei in het christelijk leven. Het is de goddelijke vastgestelde plaats waar wij onze plicht tot het aanbieden van een offer, het Ene Ware Offer, aan God komen vervullen. Het is waar we onze diepgaande behoefte om God te aanbidden verwerkelijken. Katholieke liturgie is iets heiligs, iets dat door haar aard heilig is. Katholieke liturgie is geen gewone menselijke samenkomst.
Ik wil hier een zeer belangrijk feit onderstrepen: God, niet de mens, staat in het hart van de katholieke liturgie. We komen om Hem te aanbidden. De liturgie gaat niet om jou of mij; we vieren er niet onze eigen identiteit of prestaties, verheerlijken of promoten er niet onze eigen cultuur of plaatselijke religieuze gewoontes. De liturgie draait in de allereerste plaats om God en wat Hij voor ons gedaan heeft. In Zijn Goddelijke Voorzienigheid heeft de Almachtige God de Kerk gesticht en de heilige liturgie ingesteld waarmee wij Hem ware aanbidding kunnen opdragen in overeenstemming met het Nieuwe Verbond dat Christus gebracht heeft. Hierdoor, door het binnengaan van de vereisten van de heilige riten die zich in de traditie van de Kerk ontwikkelden, krijgen wij onze ware identiteit en betekenis als zonen en dochters van de Vader.
Het is van essentieel belang dat we dit specifieke karakter van de katholieke eredienst begrijpen, want in recente decennia hebben we vele liturgische vieringen gezien waarin mensen, persoonlijkheid en menselijke prestaties te prominent aanwezig waren, bijna tot uitsluiting van God. Zoals Kardinaal Ratzinger ooit schreef: “Als de liturgie in de eerste plaats een werkplaats voor ons eigen handelen lijkt, dan wordt het essentiële vergeten: God. Het vergeten van God is het meest dreigende gevaar van onze tijd”. Joseph Kardinaal Ratzinger, Gesammelte Schriften Joseph Ratzinger (Band 11), Theologie der Liturgie. Ignatius Press, San Francisco 2014, p. 593
We moeten volkomen duidelijk zijn over de aard van de katholieke eredienst als we de 2e Vaticaans Concilie - Constitutie
Sacrosanctum Concilium
Over de heilige liturgie
(4 december 1963) op de juiste wijze willen lezen en als we deze getrouw willen uitvoeren. De Vaders van het Concilie waren gevormd in de leer van het Magisterium van de twintigeeuwse Pausen die ik genoemd heb. St. Johannes XXIII heeft het Oecumenisch Concilie niet bijeen geroepen om deze leer te ondermijnen, welke hijzelf voorstond. De Concilievaders arriveerden niet in Rome in oktober 1962 met de bedoeling om een antropologische liturgie te produceren. Eerder zochten de Paus en de Concilievaders naar wegen waardoor Christus' gelovigen veel meer konden putten uit de "voornaamste en onontbeerlijke bron" waardoor de "ware christelijke geest" verworven kan worden voor hun eigen heil en voor dat van alle mannen en vrouwen van hun dagen.