• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x

BARMHARTIGHEID 19. - ARMOEDE EN BARMHARTIGHEID (VGL. LC. 16, 19-31)
Catechesereeks over de barmhartigheid - Sint Pietersplein

Dierbare broeders en zusters, goedendag!

Vandaag wil ik samen met jullie stilstaan bij de parabel van de rijke man en de arme Lazarus. Het leven van deze twee mensen lijkt op parallelle sporen te lopen: hun levensomstandigheden zijn totaal tegengesteld en helemaal niet in verbinding. De poort van de rijke is altijd gesloten voor de arme, die daar dan buiten ligt en tracht te eten van wat van de tafel van de rijke valt. Die draagt luxueuze kleren, terwijl Lazarus met zweren bedekt is; elke dag houdt de rijke overvloedige maaltijd terwijl Lazarus van honger omkomt. Alleen de honden dragen zorg voor hem, zij komen zijn zweren aflikken. Deze episode brengt de scherpe veroordeling in herinnering van de Mensenzoon bij het Laatste Oordeel: “Ik had honger en gij hebt Mij niet te eten gegeven, ik had dorst en gij hebt Mij niet te drinken gegeven, ik was (…) naakt en gij hebt Mij niet gekleed” (Mt. 25, 42-43). Lazarus vertegenwoordigt duidelijk de stille kreet van de armen van alle tijden en de tegenspraak van een wereld waarin onmetelijke rijkdommen en grondstoffen in de handen van enkelen zijn.

Jezus zegt dat de rijke op een dag stierf: armen en rijken sterven, zij hebben dezelfde lotsbestemming, zoals wij allen, er zijn geen uitzonderingen. Toen richtte de rijke zich tot Abraham en gebruikt daarbij de naam “vader” (Mt. 25, 24.27). Hij beroept er zich op zijn zoon te zijn, behorend tot het volk van God. Tijdens zijn leven heeft hij echter op geen enkele wijze enige eerbied voor God getoond, integendeel, hij heeft van zichzelf het centrum van alles gemaakt, opgesloten in zijn wereld van luxe en verspilling. Door Lazarus uit te sluiten heeft hij op geen enkele wijze rekening gehouden met God en ook niet met zijn wet. De arme miskennen is God minachten! Dat moeten we goed leren: de arme miskennen is God minachten. Er is ook een opvallend detail in de parabel: de rijke heeft geen naam, alleen het bijvoeglijk naamwoord ‘de rijke’; de naam van de arme is Lazarus – wat betekent: ‘God helpt’ - en dat wordt vijfmaal herhaald. Lazarus die voor de poort ligt is voor de rijke een levende verwijzing naar God, maar de rijke vangt deze verwijzing niet op. Daarom zal hij veroordeeld worden, niet omwille van zijn rijkdom, maar omdat hij onbekwaam was met Lazarus medelijden te hebben en hem ter hulp te komen.

In het tweede deel van de parabel ontmoeten we Lazarus en de rijke na hun dood (22-31). In het hiernamaals is de situatie omgekeerd: de arme Lazarus wordt door de engelen in de schoot van Abraham gedragen, de rijke echter valt ten prooi aan verschrikkelijke folteringen. Toen sloeg de rijke “zijn ogen op en zag van verre Abraham en Lazarus in diens schoot”. Hij lijkt Lazarus voor het eerst te zien, maar zijn woorden verraden hem: “Vader Abraham, zegt hij, ontferm u over mij en geef Lazarus opdracht de top van zijn vinger in water te dopen en mijn tong daarmee te komen verfrissen, want ik word door de vlammen hier gefolterd”. De rijke herkent pas nu Lazarus en vraagt hem om hulp, terwijl hij tijdens zijn leven deed alsof hij hem niet zag. - Hoeveel mensen doen niet alsof ze de armen niet zien! Voor hen bestaan de armen niet – Eerder weigerde hij hem zelfs het overschot van zijn tafel en nu zou hij willen dat hij hem te drinken zou brengen! Hij gelooft nog altijd dat hij, op grond van zijn vroegere sociale status, rechten kan laten gelden. Door er op te wijzen dat op dat verzoek onmogelijk kan worden ingegaan, geeft Abraham zelf de sleutel van het verhaal: hij legt uit dat goed en kwaad verdeeld zijn op een wijze die de aardse ongerichtheid tenietdoet, en de poort die tijdens zijn leven de rijke van de arme scheidde, “is een wijde kloof” geworden. Zolang Lazarus bij hem in de buurt vertoefde bestond er voor de rijke de mogelijkheid op redding, de poort openen, Lazarus helpen, maar nu beiden dood zijn is de situatie onherstelbaar geworden. God wordt nooit rechtstreeks ter sprake gebracht, maar de parabel waarschuwt heel duidelijk: de barmhartigheid van God hangt samen met onze barmhartigheid voor de naaste; als deze ontbreekt, zal ook die in ons gesloten hart geen plaats vinden, ze kan er niet binnen. Als ik de deur van mijn hart niet wijd open voor de arme, dan blijft ze gesloten. Ook voor God. En dat is verschrikkelijk.

 

Op dat ogenblik denkt de rijke aan zijn broers, die het gevaar lopen op dezelfde wijze te eindigen en hij vraagt of Lazarus naar de aarde zou kunnen teruggaan om hen te waarschuwen. Maar Abraham antwoordt: “Zij hebben Mozes en de profeten; laat ze naar hen luisteren”. Om ons te bekeren moeten we niet wachten op wonderlijke gebeurtenissen, maar het hart openen voor het Woord van God, dat ons oproept om God en de naaste lief te hebben. Het Woord van God is bij machte een verdord hart te doen herleven en het van zijn blindheid te genezen. De rijke kende het Woord van God, maar heeft het in zijn hart niet binnen gelaten, hij heeft het niet gehoord, daarom was hij niet in staat de ogen te openen en medelijden met de arme te hebben. Geen boodschapper, geen boodschap, kan de armen vervangen die we op onze weg ontmoeten, want in hen komt Jezus zelf ons tegemoet: “al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders, hebt gij voor Mij gedaan” (Mt. 25, 40), zegt Jezus. Zo is, in de omkering van het levenslot die de parabel beschrijft, het mysterie van onze redding verborgen doordat Christus armoede verbindt met barmhartigheid. Geliefde broers en zussen, wij allen kunnen, bij het aanhoren van dit Evangelie, samen met de armen van de aarde zingen met Maria: “Heersers ontneemt Hij hun troon, maar Hij verheft de geringen. Die hongeren overlaadt Hij met gaven, en rijken zendt Hij heen met lege handen” (Lc. 1, 52-53).

Zie ook:

Andere catechese in deze reeks, zie dossier Jubeljaar gewijd aan de Barmhartigheid.

Document

Naam: BARMHARTIGHEID 19. - ARMOEDE EN BARMHARTIGHEID (VGL. LC. 16, 19-31)
Catechesereeks over de barmhartigheid - Sint Pietersplein
Soort: Paus Franciscus - Audiƫntie
Auteur: Paus Franciscus
Datum: 18 mei 2016
Copyrights: © 2016, Libreria Editrice Vaticana
Vert. uit het Italiaans: Marcel De Pauw MSC; alineaverdeling en -nummering: redactie
Bewerkt: 10 juni 2020

Referenties naar dit document

 
Geen documenten gevonden!
 
Geen berichten gevonden!

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test