H. Paus Johannes Paulus II - 24 november 1995
{...}
{...}
{...}
Wij zijn er ons van bewust dat de betekenis en de taak van het Leergezag van de Kerk op een wijd verspreid onbegrip stuit. Dit onbegrip ligt aan de basis van de kritiek en van de contestatie vanwege een groot aantal theologen ten overstaan van bepaalde verklaringen in verband met recente documenten van het Pauselijk Leergezag: de encyclieken H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Veritatis Splendor
Over kerkelijke moraalleer
(6 augustus 1993) (over de beginselen en de beleving van de moraal) en H. Paus Johannes Paulus II - Encycliek
Evangelium Vitae
Over de waarde en de onaantastbaarheid van het menselijk leven
(25 maart 1995) (over de waarde en het onschendbaar karakter van het menselijk leven), de Apostolische Brief H. Paus Johannes Paulus II - Apostolische Brief
Ordinatio Sacerdotalis
Priesterwijding voorbehouden aan mannen
(22 mei 1994) (over de onmogelijkheid de priesterwijding toe te dienen aan vrouwen) en de Congregatie voor de Geloofsleer
Annus Internationalis Familiae
Brief aan de bisschoppen van de R.-K. Kerk over het ontvangen van de Communie door hertrouwd gescheiden gelovigen
(14 september 1994). Vanzelfsprekend moeten we hier onderscheid maken. Er zijn immers theologen die in een geest van samenwerking en van kerkelijke verbondenheid hun moeilijkheden en vragen inbrengen en aldus op een positieve manier het hunne bijdragen opdat het nadenken over het geloofsdeposito in een vruchtbaar rijpingsproces zou kunnen verlopen.
Maar er is ook een publieke weerstand ten opzichte van het Leergezag. Het niet akkoord gaan leidt tot een tegen-leergezag, dat de gelovigen aanzet tot alternatieve stellingnamen en houdingen. De veelheid van culturen, de verscheidenheid van oriëntaties, de waaier van verschillende theologische systemen zijn slechts legitiem, voorzover ze een objectieve eenheid van geloven veronderstellen.
De vrijheid van het theologisch onderzoek betekent geen vrijheid t.o.v. de waarheid; ze steunt op de onderwerping van de persoon aan de morele verplichting de waarheid te gehoorzamen, een waarheid die door de Openbaring voorgehouden wordt en in geloof aanvaard.
Wij kunnen echter een beslissende factor die aan de grondslag ligt van de malaise en de verwarring in kerkelijke middens, niet voorbijgaan: de wijze namelijk waarop het gezag moet opgevat worden.
Wat het Leergezag betreft, dit spreekt niet enkel in het geval van het charisma der onfeilbaarheid. Zijn uitoefening gaat verder; het strekt zich uit tot wat passend hoort tot het beschermen van het openbaringsdepositum. Een gemeenschap die wezenlijk gegrondvest is op het aanvaarden van het woord van God en op de zekerheid die daaruit voortvloeit, zekerheid te leven in de waarheid, dient trouw te blijven aan een gezag dat de inhoud van het geloof bepaalt en zijn belijdenis veilig stelt.
Dat het gezag graden in het onderricht erkent, wordt duidelijk uitgedrukt in twee recente documenten van de Congregatie voor de Geloofsleer: de Congregatie voor de Geloofsleer
Geloofsbelijdenis en eed van trouw bij de aanvaarding van een ambt uit te oefenen in naam van de Kerk
(9 januari 1989) (geloofsbelijdenis) en de Instructie Congregatie voor de Geloofsleer
Donum Veritatis
Instructie over de Kerkelijke Roeping van de Theoloog
(24 mei 1990). Die gradatie in het onderricht mag voor de theologie geen beletsel vormen, maar ze dient veeleer een aanmoediging te wezen.
Het leergezag dat aan de opvolger van Petrus toevertrouwd is en waardoor hij "zijn broeders bevestigt" (Lc. 22, 32), drukt de gemeenschappelijke zekerheid uit zoals die thans in het leven en in de leer van de Kerk tot uiting komt. Het is dringend nodig het authentieke begrip van het gezag opnieuw te ontdekken, niet enkel onder zijn formeel juridisch aspect, maar dieper, als de instantie die een waarborg, een bewaarmiddel en een gids kan zijn voor de christelijke gemeenschap. Zo wordt de trouw verzekerd aan een blijvende traditie en het contact veilig gesteld met de prediking van de apostelen en de bron die aan de oorsprong ligt van de christelijke realiteit.
{...}