
H. Paus Johannes Paulus II - 23 maart 2000
Dit is Mijn Lichaam"
We zijn hier bij elkaar gekomen in de Bovenzaal, waar we geluisterd hebben naar het Evangelie waarin gesproken wordt over het Laatste Avondmaal. We hebben de woorden gehoord die voortkomen uit het diepste van het mysterie van Menswording van de Zoon van God. Jezus neemt brood, zegent het en breekt het, geeft het aan Zijn leerlingen met de woorden: "Dit is Mijn Lichaam". God's verbond met Zijn Volk vindt zijn hoogtepunt in het offer van Zijn Zoon, het Eeuwige Woord dat is Vlees geworden. De oude profetiën staan op het punt om vervuld te worden: "Slachtoffers en gaven hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt voor Mij een lichaam bereidt... Ik ben gekomen, o God, om uw wil te doen" (Hebr. 10, 5.7). In de Menswording, de Zoon van God, één met de Vader, werd Hij mens en ontving het lichaam in de schoot van de Maagd Maria. En nu, in de nacht voor Zijn dood, zegt Hij tot Zijn leerlingen: "Dit is Mijn Lichaam, dat Ik voor jullie zal geven".
Er is een diepe emotie dat we opnieuw luisteren naar deze woorden, zoals ze tweeduizend jaar geleden ook uitsgesproken werden in deze Boven Zaal. Sindsdien zijn ze herhaald, generatie na generatie, door diegenen die het priesterschap van Christus delen door het Sacrament van de Priesterwijding. Op deze manier zegt Christus zelf deze woorden telkens weer opnieuw, door de stem van de priester, waar ook ter wereld.
"Dit is Mijn Bloed, het Bloed van een nieuwe en altijddurend verbond; het wordt vergoten voor U en allen, ter vergeving van de zonden. Doet dit tot Mijn gedachtenis."
In gehoorzaamheid aan Christus' opdracht, herhaalt de Kerk deze woorden elke dag in de viering van de Heilige Eucharistie. Woorden die voortkomen uit het diepste van het mysterie van de Verlossing. Bij de viering van de Pascha-maaltijd in de Boven Zaal, nam Jezus een beker met wijn, zegende het en gaf het Zijn leerlingen. Dit was een onderdeel van de Pascha-rite van het Oude Testament. Maar Christus, de Priester van het Nieuwe en eeuwige Testament, gebruikte deze woorden om te verkondigen de reddende mysterie van zijn Lijden en Dood. Onder de gedaante van brood en wijn stelde Hij de sacramentele tekenen van Zijn overgave van Zijn Lichaam en Bloed in.
"Door Zijn Kruis en Verrijzenis hebt U ons verlost. U bent de Redder van de wereld." In iedere Heilige Mis, verkondigen we dit "Mysterie van ons geloof", waardoor de Kerk wordt gevoed en opgebouwd in de afgelopen tweeduizend jaar, terwijl ze haar pelgrimstocht maakt temidden van een wereld vol met achtervolgingen, en vertroostingen van God, verkondigend het Kruis en de Dood van onze Heer totdat Hij wederkomt. Vgl. 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk, Lumen Gentium (21 nov 1964), 8. In zekere zin zijn vandaag Petrus en de Apostelen, in de persoon van hun opvolgers, opnieuw naar de Boven Zaal gekomen, om het onveranderde geloof van de Kerk te belijden: "Christus is gedood, Christus is Verrezen, Christus zal terugkomen".
De Eerste lezing van de Liturgie van vandaag brengt ons terug naar het leven van de eerste christen gemeenschappen. De leerlingen "legden zich ernstig toe op de leer van de Apostelen, bleven trouw aan het gemeenschappelijke leven en ijverig in het breken van het brood en in het gebed" (Hand. 2, 42)
Fractio panis. De Eucharistie is zowel de tafel van de gemeenschap in het nieuwe en eeuwigdurende Testament als het offer welke de reddende kracht van het Kruis tegenwoordig stelt. En vanaf het allereerste begin is het Eucharistische mysterie verbonden geweest aan de leer en de gemeenschap van en met de Apostelen en met het verkondigen van Gods Woord, eerst gesproken door de Profeten en nu, voor altijd, door Jezus Christus cf. Heb. 1, 1-2. Waar ook de woorden "Dit is Mijn Lichaam" en de uitnodiging van de Heilige Geest uitgesproken worden, daar wordt de Kerk gesterkt in het geloof van de Apostelen en in de eenheid welke de bron en het verbond is in de Heilige Geest.
Sint Paulus, de Apostel van alle volkeren,zag duidelijk dat de Eucharistie, als het delen van het Lichaam en Bloed van Christus, ook het mysterie is van de geestelijke deelname in de Kerk. "Omdat het brood één is, vormen wij allen tezamen één lichaam, want allen hebben wij deel aan het ene brood."(1 Kor. 10, 17). In de Eucharistie blijft Christus de Goede Herder, die Zijn leven gaf voor Zijn schapen, aanwezig in Zijn Kerk. Wat is de Eucharistie, als dit niet de sacramentele aanwezigheid van Christus zou zijn, waarin iedereen deelt in het ene brood en de ene beker? Zijn aanwezigheid is de grootste waarde voor de Kerk.
Door de Eucharistie bouwt Christus Zijn Kerk op. De handen, die het brood gebrioken hebben voor de leerlingen tijdens het Laatste Avondmaal, werden uitegstrekt op het Kruis, opdat alle mensen bijeen worden gebracht in het eeuwige Koninkrijk van Zijn Vader. Door de viering van de Eucharistie heeft Hij nooit nagelaten om mannen en vrouwen aan te trekken om werkelijk deelgenoot te worden aan Zijn Lichaam.
"Christus is gestorven, Christus is verrezen, Christus zal terugkomen".
Dit is het "Mysterie van ons geloof", dat we verkondigen telkens wanneer we de Eucharistie vieren. Jezus Christus de Priester van het nieuwe en eeuwige Testament, heeft de wereld verlost door Zijn Bloed. Verrezen uit de doden heeft Hij een plaats voor ons bereid in het huis van Zijn Vader. In de Heilige Geest heeft Hij ons gemaakt tot Gods geliefde kinderen, in de eenheid van het Lichaam van Christus, wiens terugkeer we vreugdevol verwachten.
Dit Jaar van het Grote Jubileum is een speciale gelegenheid voor priesters te groeien in de aanhankelijkheid tot het mysterie dat ze aan het altaar vieren. Vanwege deze reden is het mijn wens om de H. Paus Johannes Paulus II - Brief
Eucharistie en Verlossing
Brief aan de Priesters bij gelegenheid van Witte Donderdag 2000
(23 maart 2000) te ondertekenen in deze Bovenzaal, waar het priesterschap van Jezus Christus, dat we allemaal delen, was ingesteld.
In de viering van deze Eucharistie in de Bovenzaal, zijn we verenigd met de Kerk van alle tijden en van alle plaatsen. Verenigd met het Hoofd, zijn we in gemeenschap met Petrus en de Apostelen en hun opvolgers door de eeuwen heen. In eenheid met Maria, de Heiligen en Martelaren, en alle gedoopten die leven in de genade van de Heilige Geest, roepen we uit: Marana tha! "Kom, Heer Jezus" Vgl. Openb. 22, 17 . Breng ons en allen die U uitgekozen hebt, tot de volheid van Uw genade in eeuwig Koninkrijk. Amen.