
H. Paus Johannes Paulus II - 7 juni 1982
Velen zijn zelfs van mening dat een dergelijke voorbereiding een manier vormt om de vrede te redden, of tenminste zoveel en zo doeltreffend mogelijk het ontbranden te verhinderen van conflicten, vooral van grote conflicten die tot de grootste slachting van de mensheid zouden leiden en de vernietiging van de beschaving welke de mens moeizaam in de loop van de eeuwen heeft verworven. Zoals men ziet is dit nog de 'vredesfilosofie' die verwoord wordt in het oude Romeinse beginsel: 'Si vis pacem, para bellum' (Indien u vrede wilt, bereid u voor op de oorlog).
In moderne bewoordingen vertaald heeft deze 'filosofie' de naam 'afschrikking' aangenomen en de vormen van het zoeken naar een 'machtsevenwicht', dat soms niet ten onrechte het 'evenwicht van de terreur' is genoemd.
Zoals mijn voorganger Paulus VI er de aandacht op heeft gevestigd: 'De innerlijke logica van het streven naar machtsevenwicht drijft ieder van de tegenstanders voort te trachten zich van een bepaalde speelruimte van superioriteit te verzekeren, uit vrees in een netelige situatie te geraken'. H. Paus Paulus VI, Brief, Ontwapening, nieuwe wereldorde, ontwikkeling, Aan de eerste speciale sessie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties over ontwapening (24 mei 1978). lnsegnamenti di Paulo VI, XVI, 1978, blz. 452 (Archief van de Kerken 33 (1978), 597)) Aldus is praktisch de verleiding groot - en het gevaar altijd aanwezig - het zoeken van evenwicht te zien veranderen in het zoeken van een superioriteit welke de bewapeningswedloop op nog gevaarlijker wijze opdrijft.
Ziedaar in feite de tendens die vandaag de boventoon schijnt te blijven voeren misschien zelfs nog sterker dan voorheen. En u hebt u als specifiek doel van deze vergadering gesteld, te zoeken hoe deze tendens mogelijk zou kunnen worden omgebogen.
Dat doel kan nog om zo te zeggen 'minimalistisch' lijken, maar het is van fundamenteel belang, want alleen een dergelijke ommekeer kan doen hopen dat de mensheid de weg zal inslaan die tot het door allen zo begeerde doel voert, ook al beschouwen velen hem nog steeds als een utopie: een volledige, wederzijdse ontwapening, welke door zodanige waarborgen van doeltreffende controle is omgeven, dat ze aan allen het nodige vertrouwen en de nodige zekerheid verschaffen. Deze buitengewone zitting weerspiegelt ook nog een andere bevinding. De wereld verlangt naar ontwapening, evenals ze naar vrede verlangt. De wereld heeft de ontwapening nodig.
Trouwens, de hele arbeid welke binnen het ontwapeningscomité is verricht in verschillende commissies en sub-commissies en in de regeringen, evenals de aandacht die het publiek eraan schenkt, bewijzen het gewicht, dat vandaag aan de moeilijke kwestie van de ontwapening wordt toegekend.
Het bijeenroepen van deze vergadering zelf houdt een oordeel in: de naties van de wereld zijn reeds overbewapend en reeds te zeer betrokken bij een politiek die deze tendens versterkt. Een dergelijke beoordeling houdt stilzwijgend de overtuiging in dat deze tendens verkeerd is en dat de landen van de wereld die deze weg zijn ingeslagen hun positie opnieuw moeten doordenken.
Maar de situatie is ingewikkeld en tal van waarden-waarvan sommige van het hoogste niveau - spelen erin mee. Verschillende standpunten kunnen uitgedrukt worden. De problemen moeten dus met werkelijkheidszin en eerlijkheid onder ogen worden gezien.
Daarom bid ik allereerst tot God opdat Hij u de geestkracht en de goede wil verleent die nodig zijn om uw taak te vervullen en de zaak van de vrede zoveel mogelijk verder te brengen, het uiteindelijke doel van al uw inspanningen tijdens deze buitengewone zitting. Mijn woord is dus een woord van bemoediging en hoop. Bemoediging om u uw energie niet laten verzwakken door de ingewikkeldheid van de problemen of door de mislukkingen van het verleden en het heden. Een woord van hoop omdat we weten dat alleen mensen van hoop in staat zijn geduldig en volhardend voort te gaan naar doelstellingen die onze beste inspanningen waard zijn en naar het welzijn van allen.