Paus Franciscus - 19 maart 2016
Het is belangrijk mensen die gescheiden zijn en een nieuwe verbintenis beleven, te laten voelen dat zij deel uitmaken van de Kerk, dat “zij niet geëxcommuniceerd zijn” en niet als zodanig worden behandeld, omdat zij altijd deel uitmaken van de kerkelijke Communio. Vgl. Paus Franciscus, AudiĆ«ntie, Aula Paulus VI, Het gezin - 21. Kwetsuren (II) (5 aug 2015), 3 Deze situaties
"vereisen een aandachtige onderscheiding en een begeleiding met groot respect, waarbij ieder taalgebruik en iedere houding die hun het gevoel geeft gediscrimineerd te worden, vermeden dient te worden en hun deelname aan het leven van de gemeenschap bevorderd dient te worden. De zorg voor hen op zich nemen is voor de christengemeenschap geen verzwakking van haar geloof en haar getuigenis omtrent de onontbindbaarheid van het huwelijk, integendeel, juist in deze zorg brengt zij haar naastenliefde tot uitdrukking." Bisschoppensynodes, 3e Buitengewone Algemene Bisschoppensynode, Relatio Synodi - Familiesynode 2014 (18 okt 2014), 51 Vgl. Bisschoppensynodes, Relatio Finalis - Synode 2015 (24 okt 2015), 84
Ik neem de overwegingen van veel synodevaders over, die hebben willen zeggen dat
"gedoopten die zijn gescheiden en opnieuw een burgerlijk huwelijk zijn aangegaan, ... op de verschillende mogelijke manieren meer in de christelijke gemeenschappen (moeten) worden geïntegreerd, waarbij iedere gelegenheid tot aanstoot wordt vermeden. De logica van de integratie is de sleutel tot hun pastorale begeleiding, opdat zij niet alleen weten dat zij behoren tot het Lichaam van Christus, dat de Kerk is, maar een vreugdevolle en vruchtbare ervaring hiervan kunnen hebben. Zij zijn gedoopt, zij zijn broers en zusters, de Heilige Geest stort in hen gaven en charisma’s tot welzijn van allen. Hun deelname kan tot uitdrukking komen in verschillende kerkelijke diensten: daarom moet men onderscheiden welke van de verschillende tegenwoordig gepraktiseerde vormen van uitsluiting op liturgisch, pastoraal, opvoedkundig en institutioneel gebied kunnen worden overwonnen. Zij moeten zich niet alleen niet geëxcommuniceerd voelen, maar zij kunnen leven en rijpen als levende ledematen van de Kerk en haar daarbij als een moeder voelen die hen altijd opvangt, met genegenheid voor hen zorgt en hen bemoedigt op de weg van het leven en het evangelie. Deze integratie is ook noodzakelijk voor de zorg voor en de christelijke opvoeding van hun kinderen, die als het belangrijkst moeten worden beschouwd." Bisschoppensynodes, Relatio Finalis - Synode 2015 (24 okt 2015), 84