Paus Franciscus - 19 maart 2016
De Eucharistie vereist het integreren in één kerkelijk lichaam. Wie tot het Lichaam en het Bloed van Christus nadert, mag tegelijkertijd niet datzelfde lichaam beledigen door een schandalige verdeeldheid en discriminatie onder haar leden te bewerkstelligen. Het gaat er immers om het Lichaam van de Heer te “onderscheiden”, het met geloof en liefde te herkennen zowel in de sacramentele tekenen als in de gemeenschap, anders eet en drinkt men zijn eigen vonnis Vgl. 1 Kor. 11, 29 . Deze bijbeltekst is een serieuze waarschuwing voor de gezinnen die zich in hun eigen gemak opsluiten en zich isoleren, maar meer specifiek voor de gezinnen die onverschillig blijven voor het lijden van de arme en behoeftigste gezinnen. De eucharistieviering wordt zo een voortdurende oproep aan ieder dat “hij zichzelf onderzoekt” (1 Kor. 11, 28) om de deuren van het eigen gezin te openen voor een grotere gemeenschap met hen die door de maatschappij worden verworpen, en dus het sacrament van de eucharistische liefde, die van ons één lichaam maakt, werkelijk te ontvangen. Men moet niet vergeten dat
“’de mystiek’ van het sacrament sociaal van aard is” Paus Benedictus XVI, Encycliek, God is Liefde, Deus Caritas Est (25 dec 2005), 14
Wanneer zij die te communie gaan, zich niet laten aanzetten tot een verplichting jegens de armen en de lijdenden of verschillende vormen van scheiding, minachting en ongerechtigheid goed vinden, dan wordt de eucharistie op onwaardige wijze ontvangen. Daarentegen versterken gezinnen die zich in de juiste gesteldheid voeden met de eucharistie, hun verlangen naar broederschap, hun sociale gevoel en hun engagement met de armen.