Paus Franciscus - 19 maart 2016
Het afwijzen van verdraaiingen van de seksualiteit en de erotiek zou ons nooit ertoe moeten brengen ze te minachten of te verwaarlozen. Het ideaal van het huwelijk kan men niet alleen maar voorstellen als een edelmoedige en opofferende gave, waarbij ieder afziet van elke persoonlijke behoefte en zich alleen maar erom bekommert de ander zonder enige voldoening goed te doen. Wij herinneren eraan dat een ware liefde ook van de ander weet te ontvangen, in staat is zichzelf te accepteren als kwetsbaar en behoeftig, niet ervan afziet met een oprechte en gelukkige dankbaarheid de lichamelijke uitdrukkingen van de liefde aan te nemen in de liefkozing, de omarming, de kus en de seksuele eenwording. Benedictus XVI was wat dit betreft duidelijk:
"Wanneer de mens enkel geest wil zijn en het lichaam zou willen afdoen als louter dierlijke erfenis, verliezen geest en lichaam hun waardigheid." Paus Benedictus XVI, Encycliek, God is Liefde, Deus Caritas Est (25 dec 2005), 5
Daarom,
"kan (hij) niet altijd alleen maar geven, hij moet ook ontvangen. Wie liefde wil schenken, moet haar zelf geschonken krijgen." Paus Benedictus XVI, Encycliek, God is Liefde, Deus Caritas Est (25 dec 2005), 7
Dit vereist in ieder geval dat men eraan moet denken dat er altijd iets is dat zich ertegen verzet dat het wordt vermenselijkt en dat op elk moment kan uitbreken en zijn meest primitieve en egoïstische tendensen kan terugkrijgen.