• Database vol kerkelijke documenten
  • Geloofsverdieping
  • Volledig in het Nederlands
  • Beheerd door vrijwilligers

Zoeken in kerkelijke documenten en berichten

x
Laat ons vandaag voortgaan met de analyses van de tekst van Genesis, die we ondernemen langs de lijn van de woorden van Christus. Laat ons herhalen dat in het gesprek over het Huwelijk Hij verwees naar het "begin".

De openbaring en daarmee ook de oorspronkelijke ontdekking van de 'echtelijke' betekenis van het lichaam, bestaat in de voorstelling van de mens, man en vrouw, in heel de werkelijkheid, heel de waarheid van zijn lichaam en zijn sekse ('zij waren naakt') en tegelijkertijd in de volledige vrijheid van alle dwang van het lichaam en de sekse. De naaktheid van onze eerste voorouders, die innerlijk vrij waren van alle schaamtegevoel, lijkt daarvan te getuigen. Men mag zeggen dat zij, geschapen door de liefde, dat wil zeggen in hun bestaan begiftigd met mannelijkheid en vrouwelijkheid, allebei naakt zijn omdat zij allebei vrij zijn met de vrijheid die opgesloten ligt in de gave.

Die vrijheid ligt juist ten grondslag aan de echtelijke betekenis van het lichaam. Het menselijk lichaam met zijn sekse, zijn mannelijkheid en zijn vrouwelijkheid, is in het mysterie van de schepping gezien niet alleen een bron van vruchtbaarheid en voortplanting, zoals in heel de orde van de natuur, maar houdt van 'het begin' af het attribuut 'echtelijk' in, dat wil zeggen het vermogen om liefde uit te drukken, juist die liefde waarin de mens als persoon gave wordt en - door die gave - de eigenlijke betekenis van zijn 'zijn' en 'bestaan' verwezenlijkt. Denken we hier aan de tekst van het laatste Concilie waarin gezegd wordt dat de mens in de zichtbare wereld "het enige schepsel is dat om zichzelf door God is gewild" met de toevoeging dat die mens "zichzelf alleen volledig kan vinden in de oprechte gave van zichzelf". 2e Vaticaans Concilie, Constitutie, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, Gaudium et Spes (7 dec 1965), 24

De wortel van die oorspronkelijke naaktheid zonder enig schaamtegevoel, waarover Genesis 2, 23-25 spreekt, moet juist in die integrale waarheid omtrent de mens worden gezocht. Man en vrouw zijn in de context van hun gelukkig makend 'begin' vrij met de vrijheid die opgesloten ligt in de gave. Om immers in de verhouding van 'oprechte gave van zichzelf' te blijven en om zo'n gave voor elkaar te worden via heel hun uit man- en vrouw-zijn opgebouwd mens-zijn (ook met betrekking tot dat perspectief waarover Genesis 2, 24 spreekt), moeten zij juist op die manier vrij zijn.

Document

Naam: DE PERSOON, DE MENS WORDT EEN GAVE IN DE VRIJHEID VAN DE LIEFDE
15e Catechese in de reeks: Theologie van het Lichaam,
Deel 1, De oorspronkelijke eenheid van man en vrouw
Soort: H. Paus Johannes Paulus II - Audiƫntie
Auteur: H. Paus Johannes Paulus II
Datum: 16 januari 1980
Copyrights: © 1981, "Naar Gods beeld, man en vrouw", uitg. Nieuwe Stad, Antwerpen
Aanvullende vertalingen: Stg. InterKerk, Poeldijk
Bewerkt: 8 december 2021

Opties

Internetadres
Print deze pagina
Dit document bestellen
Startpagina van dit document
Referenties naar dit document
Referenties vanuit dit document
RK Documenten wordt mogelijk gemaakt door donaties van gebruikers.
© 1999 - 2024, Stg. InterKerk, Schiedam, test